Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Individuum:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Individuum (Duits) in het Frans

Individuum:

Individuum [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Individuum (Person; Wesen; Mensch; )
    l'être; la personne; l'individu; le mortel
    • être [le ~] zelfstandig naamwoord
    • personne [la ~] zelfstandig naamwoord
    • individu [le ~] zelfstandig naamwoord
    • mortel [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. Individuum (Einzelne; Einzelgänger; Einzelperson; Einzelwesen)
    l'individu; le solitaire

Vertaal Matrix voor Individuum:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
individu Einzelgänger; Einzelne; Einzelperson; Einzelwesen; Gestalt; Herrschaft; Individuen; Individuum; Mensch; Menschenkind; Person; Sterbliche; Wesen Bediente; Diener; Einzelwesen; Erzeugnis; Figur; Freund; Gatte; Gebilde; Gefährte; Gemahl; Geschöpf; Geselle; Gestalt; Hausdiener; Hecht; Herr; Kammerdiener; Kerl; Knecht; Kumpel; Mann; Mensch; Menschenkind; Partner; Person; Stallknecht; Teilhaber; Weib; Wesen; männliche Person
mortel Einzelne; Einzelperson; Einzelwesen; Gestalt; Herrschaft; Individuen; Individuum; Mensch; Menschenkind; Person; Sterbliche; Wesen
personne Einzelne; Einzelperson; Einzelwesen; Gestalt; Herrschaft; Individuen; Individuum; Mensch; Menschenkind; Person; Sterbliche; Wesen Einzelwesen; Figur; Gestalt; Jemand; Mensch; Menschenkind; Person; Wesen
solitaire Einzelgänger; Einzelne; Einzelperson; Einzelwesen; Individuum Einsiedler; Einzelgänger; Eremit; Individualist
être Einzelne; Einzelperson; Einzelwesen; Gestalt; Herrschaft; Individuen; Individuum; Mensch; Menschenkind; Person; Sterbliche; Wesen Erzeugnis; Gebilde; Geschöpf
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
être irgendwo verkehren; sein
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mortel blöd; doof; dumm; fatal; geistlos; geisttötend; langweilig; sterblich; stumpfsinnig; tödlich; verhängnisvoll
solitaire abgelegen; abgesondert; alleinstehend; einmalig; einsam; einzeln lebend; einzelstehend; einzig; entlegen; gesondert; separat; solitär; vereinsamt; verlassen; weitentfernt; zurückgezogen; öde

Synoniemen voor "Individuum":


Wiktionary: Individuum

Individuum
noun
  1. etwas Einzelnes in seiner jeweiligen Gesamtheit und gleichzeitigen Besonderheit (von absondern, trennen, unterscheiden) oder Unterschiedlichkeit gegenüber anderem, das Ganze einer Einheit, etwas Einheitliches, ein einzelnes Lebewesen oder Einzelwesen
Individuum
noun
  1. didact|fr entité autonome qui ne peut être ni partager ni diviser sans perdre les caractéristiques qui lui sont propres.
  2. individu, par opposition à une personne morale ou publique, ou d’un rang très élevé.
  3. motif, matière ou thème d'une activité, d'un comportement ou d'un état.

Cross Translation:
FromToVia
Individuum individu individual — person considered alone