Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Putzen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Putzen (Duits) in het Frans

Putzen:

Putzen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Putzen (Saubermachen; Reinigen)
    le nettoyage; le ménage; le rangement

Vertaal Matrix voor Putzen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ménage Putzen; Reinigen; Saubermachen Dynastie; Familie; Haushalten; Haushaltung; Privathaushalt; Reinigungsarbeit; Scheuern; Sippe; Sippschaft; Verwandtschaft
nettoyage Putzen; Reinigen; Saubermachen Bereinigung; Bohnern; Reinigen; Reinigung; Reinigungsarbeit; Sauber machen; Scheuern; Schrubben; Säuberung; Waschen
rangement Putzen; Reinigen; Saubermachen Anordnen; Anordnung; Anpassen; Arrangement; Arrangieren; Aufbau; Aufstellung; Eingliederung; Einreihung; Einrichtung; Einteilung; Ordnung; Rangordnung; Reihenfolge

Wiktionary: Putzen


Cross Translation:
FromToVia
Putzen épuration purge — the act of purging

Verwante vertalingen van Putzen