Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Saal:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Saal (Duits) in het Frans

Saal:

Saal [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Saal (großes Zimmer; Raum; Halle; )
    la salle de séjour; la chambre; la pièce spacieuse; la pièce
  2. der Saal (Räumlichkeit; Zimmer; Kammer; )
    la chambre; la pièce
    • chambre [la ~] zelfstandig naamwoord
    • pièce [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Saal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chambre Halle; Kammer; Lokalität; Platz; Raum; Räumlichkeit; Saal; Sporthalle; Zimmer; großes Zimmer
pièce Halle; Kammer; Lokalität; Platz; Raum; Räumlichkeit; Saal; Sporthalle; Zimmer; großes Zimmer Abschnitt; Coupon; Differenz; Einliegerwohnung; Fetzen; Fleck; Flicken; Flicklappen; Kassenschein; Kupon; Lappen; Lumpen; Läppchen; Marke; Reklamezettel; Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Riester; Schein; Schlacke; Spielstück; Stoffetzen; Stofflappen; Stück; Surplus; Tuch; Zettel; kleineSchwanz; kleineSchwänze; kleiner Lappen; Überbleibsel; Überrest
pièce spacieuse Halle; Kammer; Raum; Räumlichkeit; Saal; Sporthalle; Zimmer; großes Zimmer
salle de séjour Halle; Kammer; Raum; Räumlichkeit; Saal; Sporthalle; Zimmer; großes Zimmer

Synoniemen voor "Saal":


Wiktionary: Saal

Saal
noun
  1. großer, nicht durch Säulen unterteilter Raum innerhalb eines Gebäudes
Saal
noun
  1. Grande salle.

Cross Translation:
FromToVia
Saal salle hall — principal room of a secular medieval building