Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Spielzeug:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Spielzeug (Duits) in het Frans

Spielzeug:

Spielzeug [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Spielzeug (Spielwaren; Spielsachen)
    le jouets; le joujoux
    • jouets [le ~] zelfstandig naamwoord
    • joujoux [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. Spielzeug (Spielwaren; Spielsachen)
    le jouets; l'articles de jeu
  3. Spielzeug (Spielsachen; Spielwaren; Spielball; Marionette; Modepuppe)
    le jouet; le jouets; le joujou; l'articles de jeu; le joujoux
  4. Spielzeug (Spielball)
    la balle
    • balle [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Spielzeug:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
articles de jeu Marionette; Modepuppe; Spielball; Spielsachen; Spielwaren; Spielzeug
balle Spielball; Spielzeug Ball; Bund; Bällchen; Bündel; Fußball; Kugel; Kügelchen; Paket; Stroh
jouet Marionette; Modepuppe; Spielball; Spielsachen; Spielwaren; Spielzeug Hirschböcke; Klappe; Knarre; Plappertasche; Rassel
jouets Marionette; Modepuppe; Spielball; Spielsachen; Spielwaren; Spielzeug Kinderspielzeug; Spielsachen; Spielwaren
joujou Marionette; Modepuppe; Spielball; Spielsachen; Spielwaren; Spielzeug
joujoux Marionette; Modepuppe; Spielball; Spielsachen; Spielwaren; Spielzeug Kinderspielzeug; Spielsachen; Spielwaren

Synoniemen voor "Spielzeug":


Wiktionary: Spielzeug

Spielzeug
noun
  1. Dinge, Gegenstand zum spielen
Spielzeug
noun
  1. objet qui servir à amuser les enfants.

Cross Translation:
FromToVia
Spielzeug jouet toy — something to play with