Sprößling in het Frans vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Sprößling:
- mioche; bébé; bambin; asticot; tout-petit; vermisseau; avorton; gamin; enfant; moutard; gosse; têtard; petiot; petit; petite fille; nabot; petit enfant; petit garçon; jeune enfant; bouture; rejeton; descendant

Duits

Uitgebreide vertaling voor Sprößling (Duits) in het Frans

Sprößling:

Sprößling [der ~] zelfstandig naamwoord

der Sprößling (Kleinkind; Knabe; Dreikäsehoch; Knirps; Kind; Kleine; Gör; Dingelchen; Wicht; Ding; Kerlchen)
le mioche; le bébé; le bambin; l'asticot; le tout-petit; le vermisseau; l'avorton; le gamin; l'enfant; le moutard; le gosse; le têtard; le petiot; le petit; la petite fille; le nabot; le petit enfant; le petit garçon; le jeune enfant
- mioche [le ~] zelfstandig naamwoord
- bébé [le ~] zelfstandig naamwoord
- bambin [le ~] zelfstandig naamwoord
- asticot [le ~] zelfstandig naamwoord
- tout-petit [le ~] zelfstandig naamwoord
- vermisseau [le ~] zelfstandig naamwoord
- avorton [le ~] zelfstandig naamwoord
- gamin [le ~] zelfstandig naamwoord
- enfant [le ~] zelfstandig naamwoord
- moutard [le ~] zelfstandig naamwoord
- gosse [le ~] zelfstandig naamwoord
- têtard [le ~] zelfstandig naamwoord
- petiot [le ~] zelfstandig naamwoord
- petit [le ~] zelfstandig naamwoord
- petite fille [la ~] zelfstandig naamwoord
- nabot [le ~] zelfstandig naamwoord
- petit enfant [le ~] zelfstandig naamwoord
- petit garçon [le ~] zelfstandig naamwoord
- jeune enfant [le ~] zelfstandig naamwoord
der Sprößling (Schuß; Trieb)
la bouture
- bouture [la ~] zelfstandig naamwoord
der Sprößling (Schößling; Sproß; Trieb)
le rejeton; la bouture
- rejeton [le ~] zelfstandig naamwoord
- bouture [la ~] zelfstandig naamwoord
der Sprößling (Kerlchen; Knabe; Knirps; Kleine; Wicht; Dreikäsehoch)
le gamin; le bambin; le gosse
- gamin [le ~] zelfstandig naamwoord
- bambin [le ~] zelfstandig naamwoord
- gosse [le ~] zelfstandig naamwoord
der Sprößling (Sproß; Nachkommenschaft; Abkomme; Nachkommen; Abkömmling; Kinder; Erbe; Zweig; Geschlecht)
le descendant; le rejeton
- descendant [le ~] zelfstandig naamwoord
- rejeton [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Sprößling:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
asticot	Ding; Dingelchen; Dreikäsehoch; Gör; Kerlchen; Kind; Kleine; Kleinkind; Knabe; Knirps; Sprößling; Wicht	Made
avorton	Ding; Dingelchen; Dreikäsehoch; Gör; Kerlchen; Kind; Kleine; Kleinkind; Knabe; Knirps; Sprößling; Wicht	Mißgestalt; Scheusal; Zwerghuhn; häßliche Kerl
bambin	Ding; Dingelchen; Dreikäsehoch; Gör; Kerlchen; Kind; Kleine; Kleinkind; Knabe; Knirps; Sprößling; Wicht	Baby; Ding; Kind; Kindchen; Kleines Kind; Säugling
bouture	Schuß; Schößling; Sproß; Sprößling; Trieb
bébé	Ding; Dingelchen; Dreikäsehoch; Gör; Kerlchen; Kind; Kleine; Kleinkind; Knabe; Knirps; Sprößling; Wicht	Baby; Dingelchen; Kind; Kindchen; Säugling
descendant	Abkomme; Abkömmling; Erbe; Geschlecht; Kinder; Nachkommen; Nachkommenschaft; Sproß; Sprößling; Zweig	Nachfolger; Nachfolgerelement
enfant	Ding; Dingelchen; Dreikäsehoch; Gör; Kerlchen; Kind; Kleine; Kleinkind; Knabe; Knirps; Sprößling; Wicht	Ding; Kind; Kindchen; Kleines Kind; untergeordnet; untergeordnetes Element
gamin	Ding; Dingelchen; Dreikäsehoch; Gör; Kerlchen; Kind; Kleine; Kleinkind; Knabe; Knirps; Sprößling; Wicht	Bengel; Bube; Gör; Kauz; Kerlchen; Kleine; Knabe; Lausbub; Rotznase; Schelm; Straßenjunge; Vogel
gosse	Ding; Dingelchen; Dreikäsehoch; Gör; Kerlchen; Kind; Kleine; Kleinkind; Knabe; Knirps; Sprößling; Wicht	Gör; Kerlchen; Straßenjunge
jeune enfant	Ding; Dingelchen; Dreikäsehoch; Gör; Kerlchen; Kind; Kleine; Kleinkind; Knabe; Knirps; Sprößling; Wicht
mioche	Ding; Dingelchen; Dreikäsehoch; Gör; Kerlchen; Kind; Kleine; Kleinkind; Knabe; Knirps; Sprößling; Wicht
moutard	Ding; Dingelchen; Dreikäsehoch; Gör; Kerlchen; Kind; Kleine; Kleinkind; Knabe; Knirps; Sprößling; Wicht	Heinzelmännchen; Zwerg; sehr kleiner Mensch
nabot	Ding; Dingelchen; Dreikäsehoch; Gör; Kerlchen; Kind; Kleine; Kleinkind; Knabe; Knirps; Sprößling; Wicht
petiot	Ding; Dingelchen; Dreikäsehoch; Gör; Kerlchen; Kind; Kleine; Kleinkind; Knabe; Knirps; Sprößling; Wicht
petit	Ding; Dingelchen; Dreikäsehoch; Gör; Kerlchen; Kind; Kleine; Kleinkind; Knabe; Knirps; Sprößling; Wicht	Baby; Ding; Jung; Junge; Kind; Kindchen; Kleines Kind; Kätzchen; Säugling
petit enfant	Ding; Dingelchen; Dreikäsehoch; Gör; Kerlchen; Kind; Kleine; Kleinkind; Knabe; Knirps; Sprößling; Wicht	Baby; Dingelchen; Kindchen
petit garçon	Ding; Dingelchen; Dreikäsehoch; Gör; Kerlchen; Kind; Kleine; Kleinkind; Knabe; Knirps; Sprößling; Wicht	Ding; Kind; Kindchen; Kleines Kind
petite fille	Ding; Dingelchen; Dreikäsehoch; Gör; Kerlchen; Kind; Kleine; Kleinkind; Knabe; Knirps; Sprößling; Wicht	Ding; Kind; Kindchen; Kleines Kind
rejeton	Abkomme; Abkömmling; Erbe; Geschlecht; Kinder; Nachkommen; Nachkommenschaft; Schößling; Sproß; Sprößling; Trieb; Zweig
tout-petit	Ding; Dingelchen; Dreikäsehoch; Gör; Kerlchen; Kind; Kleine; Kleinkind; Knabe; Knirps; Sprößling; Wicht
têtard	Ding; Dingelchen; Dreikäsehoch; Gör; Kerlchen; Kind; Kleine; Kleinkind; Knabe; Knirps; Sprößling; Wicht	Kaulquappe
vermisseau	Ding; Dingelchen; Dreikäsehoch; Gör; Kerlchen; Kind; Kleine; Kleinkind; Knabe; Knirps; Sprößling; Wicht	Würmchen
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
descendant		abwärts; hinabfließend
gamin		bubenhaft; jungenhaft; knabenhaft; komisch; schalkhaft; schelmisch; spaßhaft; verschmitzt
petit		beschränkt; borniert; bürgerlich; eng; engstirnig; geizig; genau; gering; gewerblich; klein; kleinbürgerlich; kleinkariert; kleinlich; kleinmütig; knapp; knickrig; minderwertig; schmal; unter dem Mindestmaß; winzig; äußerst klein

Remove Ads

Vertaal Sprößling van Duits naar Frans

Uitgebreide vertaling voor Sprößling (Duits) in het Frans

Sprößling:

Sprößling [der ~] zelfstandig naamwoord

der Sprößling (Kleinkind; Knabe; Dreikäsehoch; Knirps; Kind; Kleine; Gör; Dingelchen; Wicht; Ding; Kerlchen)

der Sprößling (Schuß; Trieb)

der Sprößling (Schößling; Sproß; Trieb)

der Sprößling (Kerlchen; Knabe; Knirps; Kleine; Wicht; Dreikäsehoch)

der Sprößling (Sproß; Nachkommenschaft; Abkomme; Nachkommen; Abkömmling; Kinder; Erbe; Zweig; Geschlecht)

Vertaal Matrix voor Sprößling: