Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Statthalter:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Statthalter (Duits) in het Frans

Statthalter:

Statthalter [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Statthalter (Landvogt; Gouverneur)
    le régent; le gouverneur; le maître; le syndic; le gérant
    • régent [le ~] zelfstandig naamwoord
    • gouverneur [le ~] zelfstandig naamwoord
    • maître [le ~] zelfstandig naamwoord
    • syndic [le ~] zelfstandig naamwoord
    • gérant [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Statthalter (Herrscher; Fürst; Regent; Gouverneur; Generalgouverneur)
    le tenant; le gouverneur-général; le gouverneur; le précepteur; le régent

Vertaal Matrix voor Statthalter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gouverneur Fürst; Generalgouverneur; Gouverneur; Herrscher; Landvogt; Regent; Statthalter
gouverneur-général Fürst; Generalgouverneur; Gouverneur; Herrscher; Regent; Statthalter
gérant Gouverneur; Landvogt; Statthalter Administrator; Anführer; Anführerin; Buchführer; Buchhalter; Führer; Gebieter; Geschäftsführer; Geschützführer; Hauptmann; Hauptmänner; Kapitän; Kommandant; Kommandeur; Konkurrenzverwalter; Manager; Nachlaßpfleger; Prokurist; Schiffskapitän; Stellvertreter; Vorsitzender; Wirtschaftsverwalter
maître Gouverneur; Landvogt; Statthalter Ausbilder; Autorität; Chef; Erzieher; Fürst; Gebieter; Gewaltherrscher; Haupt; Herr; Herr Lehrer; Herrscher; König; Lehrer; Lehrkraft; Lehrmeister; Maestro; Magister; Meister; Oberhaupt; Schulmeister; Vorgesetzte; Vorsteher
précepteur Fürst; Generalgouverneur; Gouverneur; Herrscher; Regent; Statthalter
régent Fürst; Generalgouverneur; Gouverneur; Herrscher; Landvogt; Regent; Statthalter Administrator; Buchführer; Buchhalter; Gebieter; Gewaltherrscher; Herrscher
syndic Gouverneur; Landvogt; Statthalter Konkurrenzverwalter; Nachlaßpfleger
tenant Fürst; Generalgouverneur; Gouverneur; Herrscher; Regent; Statthalter

Synoniemen voor "Statthalter":

  • Schutzherr; Vogt

Wiktionary: Statthalter

Statthalter
noun
  1. Celui, celle qui dominer, qui s’arroger une grande autorité, qui exercer un grand empire.
  2. haut-représentant de l'empire allemand en Alsace-Lorraine, entre 1879 et 1918.

Cross Translation:
FromToVia
Statthalter stathouder; gouverneur gouverneur — het hoofd van een regering, van een kolonie, staat of andere subnationale staatseenheid