Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Undichtigkeit:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Undichtigkeit (Duits) in het Frans

Undichtigkeit:

Undichtigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Undichtigkeit (Leck; Loch; Punktion; Öffnung; undichte Stelle)
    la fuite; le vide; le trou; l'ouverture; le petit trou
    • fuite [la ~] zelfstandig naamwoord
    • vide [le ~] zelfstandig naamwoord
    • trou [le ~] zelfstandig naamwoord
    • ouverture [la ~] zelfstandig naamwoord
    • petit trou [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Undichtigkeit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fuite Leck; Loch; Punktion; Undichtigkeit; undichte Stelle; Öffnung Ausbruch; Entkommen; Entwischen; Flucht; Leck; Leckage; undichte Stelle
ouverture Leck; Loch; Punktion; Undichtigkeit; undichte Stelle; Öffnung Anfang; Anfangen; Aufmachen; Aufmachung; Aufschluß; Aufstoßen; Beginn; Blendenzahl; Bresche; Einleitung; Einschlag; Einschläge; Eröffnung; Freigabe; Loch; Ouvertüre; Start; Öffnen; Öffnung; Öffnungsverhältnis
petit trou Leck; Loch; Punktion; Undichtigkeit; undichte Stelle; Öffnung
trou Leck; Loch; Punktion; Undichtigkeit; undichte Stelle; Öffnung Aufmachung; Auge; Auglein; Bresche; Delle; Einschlag; Einschläge; Freistunde; Kohlengrube; Kohlenzechen; Licht; Loch; Luftkanal; Luftloch; Luftröhre; Lüftungsschacht; Vertiefung; Zugloch; Zwischenstunde; entlegener Ort; entlegener Winkel; Äugelchen; Äuglein; Öffnung
vide Leck; Loch; Punktion; Undichtigkeit; undichte Stelle; Öffnung Hiatus; Hohlheit; Hohlraum; Leere; Leerheit; Lücke; Mangel; Manko; Nichts; Spalte; Vakuum; Öde
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vide blanko; frei; geistlos; hohl; inhaltslos; ledig; leer; luftleer; offen; ohne Aufgabe; ohne Auftrag; unausgefüllt; unbebaut; unbesetzt; vakuum