Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Zugführer:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Zugführer (Duits) in het Frans

Zugführer:

Zugführer [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Zugführer (Lokführer; Maschinist; Lokomotivführer)
    le conducteur
  2. der Zugführer
    le commandant de secteur

Vertaal Matrix voor Zugführer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
commandant de secteur Zugführer
conducteur Lokführer; Lokomotivführer; Maschinist; Zugführer Autofahrer; Automobilist; Begleiter; Chauffeur; Elektrizitätsleiter; Fahrer; Fahrzeughalter; Frachtführer; Fuhrmann; Führer; Kutscher; Leiter; Lenker; Reiter; Schiene; Wagenführer; Wärmeleiter
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
conducteur geleitend

Synoniemen voor "Zugführer":


Wiktionary: Zugführer

Zugführer
noun
  1. für die Sicherheit und ordnungsgemäße Abwicklung einer Zugfahrt verantwortlicher Eisenbahnmitarbeiter
  2. -