Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. ausschüttern:


Duits

Uitgebreide vertaling voor ausschüttern (Duits) in het Frans

ausschüttern:

ausschüttern werkwoord

  1. ausschüttern
    dépouiller; tirailler; s'acharner sur; bien secouer
    • dépouiller werkwoord (dépouille, dépouilles, dépouillons, dépouillez, )
    • tirailler werkwoord (tiraille, tirailles, tiraillons, tiraillez, )
    • s'acharner sur werkwoord
    • bien secouer werkwoord

Vertaal Matrix voor ausschüttern:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bien secouer ausschüttern
dépouiller ausschüttern abdecken; abhäuten; abnehmen; ausplündern; ausrauben; ausziehen; einbrechen; enthäuten; entnehmen; fortnehmen; fortschleppen; plündern; rauben; schinden; stehlen; wegholen; wegnehmen
s'acharner sur ausschüttern
tirailler ausschüttern ausnehmen; auspressen; plündern