Overzicht
Duits naar Frans: Meer gegevens...
-
darüber:
- sur cela; plus loin; au-delà de; après; avec cela; au-delà; au-dessus; par-dessus; à côté de; en plus; en outre; de plus; de surcroît; au-dessus de; là-haut; ensuite; surtout; avant tout; à côté; plus que tout; et ainsi de suite; du reste; de même que; et aussi; par-dessus tout; par-dessus le marché; en premier lieu; d'ailleurs; mentionné ci-dessus; sus-mentionné; ci-dessus; là-dessus; susdit; précité; en haut
- Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor darüber (Duits) in het Frans
darüber:
-
darüber
-
darüber
plus loin; au-delà de; après-
plus loin bijvoeglijk naamwoord
-
au-delà de bijvoeglijk naamwoord
-
après bijvoeglijk naamwoord
-
-
darüber
-
darüber (über)
au-delà; au-dessus; par-dessus-
au-delà bijvoeglijk naamwoord
-
au-dessus bijvoeglijk naamwoord
-
par-dessus bijvoeglijk naamwoord
-
-
darüber (daneben)
à côté de; en plus; en outre; de plus; de surcroît-
à côté de bijvoeglijk naamwoord
-
en plus bijvoeglijk naamwoord
-
en outre bijvoeglijk naamwoord
-
de plus bijvoeglijk naamwoord
-
de surcroît bijvoeglijk naamwoord
-
-
darüber (droben)
au-dessus; au-dessus de; là-haut-
au-dessus bijvoeglijk naamwoord
-
au-dessus de bijvoeglijk naamwoord
-
là-haut bijvoeglijk naamwoord
-
-
darüber (außerdem; dabei; zusätzlich; daneben; sonstig; aushäusig; namentlich)
ensuite; en plus; en outre; surtout; de plus; avant tout; de surcroît; à côté; plus que tout; et ainsi de suite; du reste; de même que; et aussi; par-dessus tout; par-dessus le marché; en premier lieu; d'ailleurs-
ensuite bijvoeglijk naamwoord
-
en plus bijvoeglijk naamwoord
-
en outre bijvoeglijk naamwoord
-
surtout bijvoeglijk naamwoord
-
de plus bijvoeglijk naamwoord
-
avant tout bijvoeglijk naamwoord
-
de surcroît bijvoeglijk naamwoord
-
à côté bijvoeglijk naamwoord
-
plus que tout bijvoeglijk naamwoord
-
et ainsi de suite bijvoeglijk naamwoord
-
du reste bijvoeglijk naamwoord
-
de même que bijvoeglijk naamwoord
-
et aussi bijvoeglijk naamwoord
-
par-dessus tout bijvoeglijk naamwoord
-
par-dessus le marché bijvoeglijk naamwoord
-
en premier lieu bijvoeglijk naamwoord
-
d'ailleurs bijvoeglijk naamwoord
-
-
darüber (obenstehend; obengenannt; vorgemeldet; vorgenannt; obenerwähnt; genannt; obige; vorerwähnt; droben)
mentionné ci-dessus; sus-mentionné; ci-dessus; là-dessus; susdit; précité; en haut-
mentionné ci-dessus bijvoeglijk naamwoord
-
sus-mentionné bijvoeglijk naamwoord
-
ci-dessus bijvoeglijk naamwoord
-
là-dessus bijvoeglijk naamwoord
-
susdit bijvoeglijk naamwoord
-
précité bijvoeglijk naamwoord
-
en haut bijvoeglijk naamwoord
-