Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. fortfließen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor fortfließen (Duits) in het Frans

fortfließen:

fortfließen werkwoord

  1. fortfließen (wegfließen)
    couler; ruisseler; s'écouler
    • couler werkwoord (coule, coules, coulons, coulez, )
    • ruisseler werkwoord (ruisselle, ruisselles, ruisselons, ruisselez, )
    • s'écouler werkwoord

Vertaal Matrix voor fortfließen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
couler Abfließen; Ablaufen; Wegfließen; Wegströmen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
couler fortfließen; wegfließen abfließen lassen; abrutschen; abtropfen; aus Zink; auslaufen lassen; auslecken; durchfallen; durchrasseln; durchsickern; einbrechen; einnicken; einpacken; einsacken; einschlafen; einschlummern; einsinken; einstürzen; fallen; fliehen; fließen; flüchten; galvanisieren; glitschen; herabsacken; herauströpfeln; herunterrutschen; in Strömen nierderstürzen; laufen; lecken; sausen; schrumpfen; segeln; senken; setzen; sichsenken; sickern; sinken; strömen; triefen; tropfen; tröpfeln; umkommen; untergehen; versenken; versickern; versinken; verzinken; zinken; zurückgehen
ruisseler fortfließen; wegfließen abtropfen; auslecken; durchfallen; durchsickern; fließen; herauströpfeln; in Strömen nierderstürzen; laufen; lecken; sickern; strömen; triefen; tropfen; tröpfeln; wellenförmig
s'écouler fortfließen; wegfließen ablaufen; fliehen; fließen; flüchten; in Strömen nierderstürzen; strömen; triefen; vergehen; verstreichen; vorbei gehen
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
s'écouler herauskommen; herausströmen