Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. frischgebacken:


Duits

Uitgebreide vertaling voor frischgebacken (Duits) in het Frans

frischgebacken:

frischgebacken bijvoeglijk naamwoord

  1. frischgebacken (frisch; neugebacken)
    frais; fraîchement; frais émoulu
  2. frischgebacken (frisch; neugebacken; grün)
    frais; fraîchement; de fraîche date

Vertaal Matrix voor frischgebacken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
frais Abkühlung; Ausgabe; Auslagen; Belastung; Einfuhrzoll; Erkaltung; Gebühr; Gebührenerhebung; Geldausgabe; Kosten; Spesen; Steuer; Taxe; Unkosten
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
de fraîche date frisch; frischgebacken; grün; neugebacken
frais frisch; frischgebacken; grün; neugebacken frisch; frisch geschlachtet; frostig; gekühlt; kalt; kühl; neue; nüchtern; reserviert; ziemlich kalt
frais émoulu frisch; frischgebacken; neugebacken
fraîchement frisch; frischgebacken; grün; neugebacken frisch; kühl; nüchtern; reserviert