Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. gebürtig:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor gebürtig (Duits) in het Frans

gebürtig:

gebürtig bijvoeglijk naamwoord

  1. gebürtig (geboren; geschaffen; gemacht; erschaffen; kreiert)
    ; venu au monde; créé; réalisé; fait
  2. gebürtig
    de naissance

Vertaal Matrix voor gebürtig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fait Affäre; Akt; Angelegenheit; Begebenheit; Eintreten; Ereignis; Fakt; Fall; Frage; Geschehen; Handlung; Sache; Tat; Tatsache; Vorfall; Vorgang; Werk; Zwischenfall
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
créé erschaffen; geboren; gebürtig; gemacht; geschaffen; kreiert erschaffen; gemacht; geschaffen; kreiert
de naissance gebürtig
fait erschaffen; geboren; gebürtig; gemacht; geschaffen; kreiert aus; ausgeführt; beendet; bereit; durchgeführt; einsatzbereit; erledigt; erschaffen; fertig; gar; gemacht; geschaffen; geschafft; hergestellt; klar; kreiert; neu hergestellt; parat; produziert; vollendet; vollzogen
erschaffen; geboren; gebürtig; gemacht; geschaffen; kreiert
réalisé erschaffen; geboren; gebürtig; gemacht; geschaffen; kreiert durchgeführt; erschaffen; gemacht; geschaffen; hergestellt; kreiert; produziert; verwirklicht
venu au monde erschaffen; geboren; gebürtig; gemacht; geschaffen; kreiert geboren; zur Welt gekommen

Synoniemen voor "gebürtig":


Wiktionary: gebürtig

gebürtig
adjective
  1. in einem Ort geboren, von einem Ort, einer Gegend oder Land stammend

Cross Translation:
FromToVia
gebürtig maternel native — belonging to one by birth
gebürtig autochtone; indigène native — characteristic of or relating to people inhabiting a region from the beginning