Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Vertaal schminken

Vertaal schminken van Duits naar Frans

Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. schminken:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor schminken (Duits) in het Frans

schminken:

schminken werkwoord (schminke, schminkst, schminkt, schminkte, schminktet, geschminkt)

  1. schminken
    maquiller
    • maquiller werkwoord (maquille, maquilles, maquillons, maquillez, )
  2. schminken
    grimer
    • grimer werkwoord (grime, grimes, grimons, grimez, )
  3. schminken
    se maquiller; maquiller
    • se maquiller werkwoord
    • maquiller werkwoord (maquille, maquilles, maquillons, maquillez, )
  4. schminken (anmalen)
    embellir; maquiller; mettre en page; parer; garnir; décorer; farder; orner
    • embellir werkwoord (embellis, embellit, embellissons, embellissez, )
    • maquiller werkwoord (maquille, maquilles, maquillons, maquillez, )
    • mettre en page werkwoord
    • parer werkwoord (pare, pares, parons, parez, )
    • garnir werkwoord (garnis, garnit, garnissons, garnissez, )
    • décorer werkwoord (décore, décores, décorons, décorez, )
    • farder werkwoord (farde, fardes, fardons, fardez, )
    • orner werkwoord (orne, ornes, ornons, ornez, )
  5. schminken (feinmachen; schmücken; ausstaffieren; )
    embellir; rafraîchir; garnir; décorer; orner; maquiller; parer; farder
    • embellir werkwoord (embellis, embellit, embellissons, embellissez, )
    • rafraîchir werkwoord (rafraîchis, rafraîchit, rafraîchissons, rafraîchissez, )
    • garnir werkwoord (garnis, garnit, garnissons, garnissez, )
    • décorer werkwoord (décore, décores, décorons, décorez, )
    • orner werkwoord (orne, ornes, ornons, ornez, )
    • maquiller werkwoord (maquille, maquilles, maquillons, maquillez, )
    • parer werkwoord (pare, pares, parons, parez, )
    • farder werkwoord (farde, fardes, fardons, fardez, )

Conjugations for schminken:

Präsens
  1. schminke
  2. schminkst
  3. schminkt
  4. schminken
  5. schminkt
  6. schminken
Imperfekt
  1. schminkte
  2. schminktest
  3. schminkte
  4. schminkten
  5. schminktet
  6. schminkten
Perfekt
  1. habe geschminkt
  2. hast geschminkt
  3. hat geschminkt
  4. haben geschminkt
  5. habt geschminkt
  6. haben geschminkt
1. Konjunktiv [1]
  1. schminke
  2. schminkest
  3. schminke
  4. schminken
  5. schminket
  6. schminken
2. Konjunktiv
  1. schminkte
  2. schminktest
  3. schminkte
  4. schminkten
  5. schminktet
  6. schminkten
Futur 1
  1. werde schminken
  2. wirst schminken
  3. wird schminken
  4. werden schminken
  5. werdet schminken
  6. werden schminken
1. Konjunktiv [2]
  1. würde schminken
  2. würdest schminken
  3. würde schminken
  4. würden schminken
  5. würdet schminken
  6. würden schminken
Diverses
  1. schmink!
  2. schminkt!
  3. schminken Sie!
  5. geschminkt
  6. schminkend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor schminken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
décorer anmalen; aufmachen; aufpolieren; aufputzen; ausstaffieren; dekorieren; feinmachen; herausputzen; schminken; schmücken; verzieren ankleiden; aufputzen; ausschmücken; ausstaffieren; ausstatten; bekleiden; beziehen; dekorieren; einen Orden verleihen; einkleiden; herausputzen; in den Ritterstand erheben; polstern; schmücken; unterscheiden; verzieren; zum Ritter schlagen
embellir anmalen; aufmachen; aufpolieren; aufputzen; ausstaffieren; dekorieren; feinmachen; herausputzen; schminken; schmücken; verzieren aufputzen; ausschmücken; ausstaffieren; ausstatten; dekorieren; einkleiden; herausputzen; schmücken; verzieren; zieren
farder anmalen; aufmachen; aufpolieren; aufputzen; ausstaffieren; dekorieren; feinmachen; herausputzen; schminken; schmücken; verzieren abschirmen; hinterziehen; kamouflieren; tarnen; verbergen; verhehlen; verheimlichen; verschleiern; verschweigen; verstecken; vertuschen; zurückhalten
garnir anmalen; aufmachen; aufpolieren; aufputzen; ausstaffieren; dekorieren; feinmachen; herausputzen; schminken; schmücken; verzieren ankleiden; aufmachen; ausstatten; bekleiden; beziehen; dekorieren; feinmachen; fertigmachen; fertigstellen; garnieren; gestalten; polstern; verzieren; vollenden; zieren
grimer schminken
maquiller anmalen; aufmachen; aufpolieren; aufputzen; ausstaffieren; dekorieren; feinmachen; herausputzen; schminken; schmücken; verzieren
mettre en page anmalen; schminken
orner anmalen; aufmachen; aufpolieren; aufputzen; ausstaffieren; dekorieren; feinmachen; herausputzen; schminken; schmücken; verzieren aufputzen; ausschmücken; ausstaffieren; ausstatten; dekorieren; einkleiden; herausputzen; schmücken; verzieren
parer anmalen; aufmachen; aufpolieren; aufputzen; ausstaffieren; dekorieren; feinmachen; herausputzen; schminken; schmücken; verzieren abhalten; abwehren; aufputzen; ausschmücken; ausstaffieren; ausstatten; dekorieren; herausputzen; schmücken; sich anziehen; sich ausschmücken; sich kleiden; verteidigen
rafraîchir aufmachen; aufpolieren; aufputzen; ausstaffieren; dekorieren; feinmachen; herausputzen; schminken; schmücken; verzieren Durst stillen; abkühlen; auffrischen; aufkratzen; aufmuntern; aufmöbeln; erblühen; erfrischen; erkaelten; erkalten; erleichtern; ermuntern; erneuern; erquicken; innovieren; kühlen; kühler werden; neu Leben einblasen; neugestalten; renovieren; restaurieren; sich erholen; wechseln
se maquiller schminken make-up anbringen; sich ausschmucken; sich begeben; sich fertigmachen; sich vorbereiten

Synoniemen voor "schminken":


Wiktionary: schminken

schminken
verb
  1. (transitiv) Haut, Gesicht oder Augen mit Hilfe von Schminke farblich gestalten
schminken
verb
  1. Farder, recouvrir de fard.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0432 seconde
Page rendered in 1.0 seconds