Duits

Uitgebreide vertaling voor tarnen (Duits) in het Frans

tarnen:

tarnen werkwoord (tarne, tarnst, tarnt, tarnte, tarntet, getarnt)

  1. tarnen (vermummen; verkleiden; umkleiden)
    déguiser; masquer; camoufler
    • déguiser werkwoord (déguise, déguises, déguisons, déguisez, )
    • masquer werkwoord (masque, masques, masquons, masquez, )
    • camoufler werkwoord (camoufle, camoufles, camouflons, camouflez, )
  2. tarnen (verbergen; verstecken; kamouflieren; )
    cacher; camoufler; déguiser; mettre en sûreté; abriter; dissimuler; détenir; omettre; receler; retenir; voiler; farder; celer; se taire de quelque chose
    • cacher werkwoord (cache, caches, cachons, cachez, )
    • camoufler werkwoord (camoufle, camoufles, camouflons, camouflez, )
    • déguiser werkwoord (déguise, déguises, déguisons, déguisez, )
    • mettre en sûreté werkwoord
    • abriter werkwoord (abrite, abrites, abritons, abritez, )
    • dissimuler werkwoord (dissimule, dissimules, dissimulons, dissimulez, )
    • détenir werkwoord (détiens, détient, détenons, détenez, )
    • omettre werkwoord (omets, omet, omettons, omettez, )
    • receler werkwoord (recèle, recèles, recelons, recelez, )
    • retenir werkwoord (retiens, retient, retenons, retenez, )
    • voiler werkwoord (voile, voiles, voilons, voilez, )
    • farder werkwoord (farde, fardes, fardons, fardez, )
    • celer werkwoord (cèle, cèles, celons, celez, )
  3. tarnen (kamouflieren; verschleiern)
    cacher; déguiser; voiler; camoufler
    • cacher werkwoord (cache, caches, cachons, cachez, )
    • déguiser werkwoord (déguise, déguises, déguisons, déguisez, )
    • voiler werkwoord (voile, voiles, voilons, voilez, )
    • camoufler werkwoord (camoufle, camoufles, camouflons, camouflez, )

Conjugations for tarnen:

Präsens
  1. tarne
  2. tarnst
  3. tarnt
  4. tarnen
  5. tarnt
  6. tarnen
Imperfekt
  1. tarnte
  2. tarntest
  3. tarnte
  4. tarnten
  5. tarntet
  6. tarnten
Perfekt
  1. habe getarnt
  2. hast getarnt
  3. hat getarnt
  4. haben getarnt
  5. habt getarnt
  6. haben getarnt
1. Konjunktiv [1]
  1. tarne
  2. tarnest
  3. tarne
  4. tarnen
  5. tarnet
  6. tarnen
2. Konjunktiv
  1. tarnte
  2. tarntest
  3. tarnte
  4. tarnten
  5. tarntet
  6. tarnten
Futur 1
  1. werde tarnen
  2. wirst tarnen
  3. wird tarnen
  4. werden tarnen
  5. werdet tarnen
  6. werden tarnen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde tarnen
  2. würdest tarnen
  3. würde tarnen
  4. würden tarnen
  5. würdet tarnen
  6. würden tarnen
Diverses
  1. tarn!
  2. tarnt!
  3. tarnen Sie!
  4. getarnt
  5. tarnend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor tarnen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abriter abschirmen; hinterziehen; kamouflieren; tarnen; verbergen; verhehlen; verheimlichen; verschleiern; verschweigen; verstecken; zurückhalten Schutz bieten; Unterkunft geben; abdecken; abgrenzen; abschirmen; absperren; abzäunen; achtgeben; aufpassen; beaufsichtigen; begrenzen; behüten; beschützen; bewahren; erhalten; hegen; hüten; kamouflieren; schützen; sichern; sicherstellen; umzäunen; verbergen; verstecken; wahren
cacher abschirmen; hinterziehen; kamouflieren; tarnen; verbergen; verhehlen; verheimlichen; verschleiern; verschweigen; verstecken; zurückhalten Gefühle verdrängen; Schutz bieten; abschirmen; bewahren; einhüllen; entthronen; erhalten; hegen; hüllen; hüten; jemanden vom Platz verdrängen; kamouflieren; schützen; sichern; sicherstellen; verbergen; verdrängen; verheimlichen; verhüllen; verschleiern; verschweigen; verstecken; wahren; wegdrängen; wegstecken; zurückhalten
camoufler abschirmen; hinterziehen; kamouflieren; tarnen; umkleiden; verbergen; verhehlen; verheimlichen; verkleiden; vermummen; verschleiern; verschweigen; verstecken; zurückhalten einhüllen; hüllen; kamouflieren; verbergen; verhüllen; verschleiern; verstecken
celer abschirmen; hinterziehen; kamouflieren; tarnen; verbergen; verhehlen; verheimlichen; verschleiern; verschweigen; verstecken; zurückhalten verbergen; verheimlichen; verschweigen; verstecken; zurückhalten
dissimuler abschirmen; hinterziehen; kamouflieren; tarnen; verbergen; verhehlen; verheimlichen; verschleiern; verschweigen; verstecken; zurückhalten abschirmen; einhüllen; hüllen; kamouflieren; schützen; sichern; sicherstellen; verbergen; verhehlen; verheimlichen; verhüllen; verschleiern; verschweigen; verstecken; vertuschen; zurückhalten
déguiser abschirmen; hinterziehen; kamouflieren; tarnen; umkleiden; verbergen; verhehlen; verheimlichen; verkleiden; vermummen; verschleiern; verschweigen; verstecken; zurückhalten Wörter verdrehen; einhüllen; hüllen; kamouflieren; umkleiden; umziehen; verbergen; verhehlen; verhüllen; verkleiden; verschleiern; verstecken; vertuschen
détenir abschirmen; hinterziehen; kamouflieren; tarnen; verbergen; verhehlen; verheimlichen; verschleiern; verschweigen; verstecken; zurückhalten aufsperren; einpferchen; einschließen; einsperren; festhalten; festsetzen; gefangen halten; gefangenhalten; im Gefängnis werfen; in Haft behalten; internieren; kamouflieren; verbergen; verhaften; verschließen; verstecken
farder abschirmen; hinterziehen; kamouflieren; tarnen; verbergen; verhehlen; verheimlichen; verschleiern; verschweigen; verstecken; zurückhalten anmalen; aufmachen; aufpolieren; aufputzen; ausstaffieren; dekorieren; feinmachen; herausputzen; kamouflieren; schminken; schmücken; verbergen; verhehlen; verschleiern; verstecken; vertuschen; verzieren
masquer tarnen; umkleiden; verkleiden; vermummen ausblenden; einhüllen; hüllen; kamouflieren; schließen; verdecken; verhüllen; verschleiern
mettre en sûreté abschirmen; hinterziehen; kamouflieren; tarnen; verbergen; verhehlen; verheimlichen; verschleiern; verschweigen; verstecken; zurückhalten Schutz bieten; abschirmen; bergen; bewahren; erhalten; hegen; hüten; kamouflieren; schützen; sichern; sicherstellen; verbergen; verstecken; wahren
omettre abschirmen; hinterziehen; kamouflieren; tarnen; verbergen; verhehlen; verheimlichen; verschleiern; verschweigen; verstecken; zurückhalten abschwören; auslassen; aussetzen; kamouflieren; unterlassen; verbergen; verleugnen; vernachlässigen; verstecken; versäumen; weglassen; übergehen; überschlagen; überspringen
receler abschirmen; hinterziehen; kamouflieren; tarnen; verbergen; verhehlen; verheimlichen; verschleiern; verschweigen; verstecken; zurückhalten abschirmen; gestohlene Ware verkaufen; hehlen; kamouflieren; schützen; sichern; sicherstellen; verbergen; verstecken
retenir abschirmen; hinterziehen; kamouflieren; tarnen; verbergen; verhehlen; verheimlichen; verschleiern; verschweigen; verstecken; zurückhalten abhalten; absorbieren; abziehen; auf die Seitelegen; aufhalten; aufsperren; behalten; beherrschen; behindern; beibehalten; beiseite legen; bewahren; bezwingen; bezähmen; einmieten; einpferchen; einschließen; einsperren; entgegenarbeiten; entgegenwirken; enthalten; erhalten; erwähnen; festhalten; festsetzen; freihalten; gefangenhalten; handhaben; hindern; hintertreiben; im Gefängnis werfen; in Minderung bringen; instandhalten; kamouflieren; konterkarieren; mieten; nicht gehenlassen; offenhalten; pachten; stehenbleiben; unterdrücken; verbergen; verstecken; vorbehalten; wahren; zur Seite legen; zurückbehalten; zurückhalten; zurücklegen; zurücknehmen; zurückstellen
se taire de quelque chose abschirmen; hinterziehen; kamouflieren; tarnen; verbergen; verhehlen; verheimlichen; verschleiern; verschweigen; verstecken; zurückhalten verbergen; verheimlichen; verschweigen; verstecken; zurückhalten
voiler abschirmen; hinterziehen; kamouflieren; tarnen; verbergen; verhehlen; verheimlichen; verschleiern; verschweigen; verstecken; zurückhalten einhüllen; hüllen; kamouflieren; verbergen; verhehlen; verhüllen; verschleiern; verstecken; vertuschen
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
cacher bedecken

Synoniemen voor "tarnen":


Wiktionary: tarnen

tarnen
Cross Translation:
FromToVia
tarnen camoufler camouflage — hide, disguise
tarnen subreptice; furtif furtive — stealthy
tarnen camoufler camoufleren — een voorwerp onopvallend maken