Duits

Uitgebreide vertaling voor verspotten (Duits) in het Frans

verspotten:

verspotten werkwoord

  1. verspotten (auslachen)
  2. verspotten (lächerlich machen; spotten; verhöhnen; auslachen)
    ridiculiser; se moquer de; railler; tourner en dérision; ironiser; rendre ridicule; tourner au ridicule; tourner en ridicule
    • ridiculiser werkwoord (ridiculise, ridiculises, ridiculisons, ridiculisez, )
    • se moquer de werkwoord
    • railler werkwoord (raille, railles, raillons, raillez, )
    • ironiser werkwoord (ironise, ironises, ironisons, ironisez, )
    • rendre ridicule werkwoord
  3. verspotten (verächtlich oder hönisch reden von; verhöhnen; spotten)
    insulter; outrager; ridiculiser; railler; se moquer de; rendre ridicule; tourner en dérision; tourner au ridicule
    • insulter werkwoord (insulte, insultes, insultons, insultez, )
    • outrager werkwoord (outrage, outrages, outrageons, outragez, )
    • ridiculiser werkwoord (ridiculise, ridiculises, ridiculisons, ridiculisez, )
    • railler werkwoord (raille, railles, raillons, raillez, )
    • se moquer de werkwoord
    • rendre ridicule werkwoord
  4. verspotten (spotten über; verhöhnen; höhnen)
    se moquer de; se moquer; tourner en ridicule; railler; ridiculiser; rendre ridicule; tourner en dérision
    • se moquer de werkwoord
    • se moquer werkwoord
    • railler werkwoord (raille, railles, raillons, raillez, )
    • ridiculiser werkwoord (ridiculise, ridiculises, ridiculisons, ridiculisez, )
    • rendre ridicule werkwoord

Vertaal Matrix voor verspotten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
insulter spotten; verhöhnen; verspotten; verächtlich oder hönisch reden von ausfahren; ausschimpfen; beleidigen; beschimpen; beschimpfen; brüllen; düpieren; fluchen; keifen; kränken; lästern; meckern; rasen; schelten; schimpfen; schimpfen auf; schmähen; spotten; toben; tosen; verhöhnen; verletzen; wettern; wüten
ironiser auslachen; lächerlich machen; spotten; verhöhnen; verspotten
outrager spotten; verhöhnen; verspotten; verächtlich oder hönisch reden von
railler auslachen; höhnen; lächerlich machen; spotten; spotten über; verhöhnen; verspotten; verächtlich oder hönisch reden von spotten; verhöhnen
rendre ridicule auslachen; höhnen; lächerlich machen; spotten; spotten über; verhöhnen; verspotten; verächtlich oder hönisch reden von spotten; verhöhnen
ridiculiser auslachen; höhnen; lächerlich machen; spotten; spotten über; verhöhnen; verspotten; verächtlich oder hönisch reden von spotten; verhöhnen
rire au nez de auslachen; verspotten
rire de auslachen; verspotten
se moquer höhnen; spotten über; verhöhnen; verspotten spotten; verhöhnen
se moquer de auslachen; höhnen; lächerlich machen; spotten; spotten über; verhöhnen; verspotten; verächtlich oder hönisch reden von spotten; verhöhnen
tourner au ridicule auslachen; lächerlich machen; spotten; verhöhnen; verspotten; verächtlich oder hönisch reden von spotten; verhöhnen
tourner en dérision auslachen; höhnen; lächerlich machen; spotten; spotten über; verhöhnen; verspotten; verächtlich oder hönisch reden von spotten; verhöhnen
tourner en ridicule auslachen; höhnen; lächerlich machen; spotten; spotten über; verhöhnen; verspotten spotten; verhöhnen

Synoniemen voor "verspotten":


Wiktionary: verspotten

verspotten
Cross Translation:
FromToVia
verspotten mépriser scorn — to scoff or express contempt
verspotten narguer taunt — to make fun of (someone); to goad into responding