Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Zoek: Imperativ

Duitse en Franse zoekresultaten voor: Imperativ

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

imperativ:
- impératif; impérativement; impérieux; impérieusement
Imperativ:
- impératif
Wiktionary:
- Imperativ → impératif
- Imperativ → impératif

Duits

Uitgebreide vertaling voor Imperativ (Duits) in het Frans

imperativ:

imperativ bijvoeglijk naamwoord

imperativ (zwingend; unabweislich)
impératif; impérativement; impérieux; impérieusement
- impératif bijvoeglijk naamwoord
- impérativement bijvoeglijk naamwoord
- impérieux bijvoeglijk naamwoord
- impérieusement bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor imperativ:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
impératif		Anweisung; Auftrag; Befehl; Erlaß; Gebot; Heeresbefehl; Imperativ; Instruktion; militärischer Befehl
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
impératif	imperativ; unabweislich; zwingend	schlüssig; stringent; unabweislich
impérativement	imperativ; unabweislich; zwingend
impérieusement	imperativ; unabweislich; zwingend	befehlend; vorschreibend
impérieux	imperativ; unabweislich; zwingend	gebieterisch

Imperativ:

Imperativ [der ~] zelfstandig naamwoord

der Imperativ
l'impératif
- impératif [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Imperativ:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
impératif	Imperativ	Anweisung; Auftrag; Befehl; Erlaß; Gebot; Heeresbefehl; Instruktion; militärischer Befehl
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
impératif		imperativ; schlüssig; stringent; unabweislich; zwingend

Synoniemen voor "Imperativ":

Befehlsform; Aussageweise; Modus
moralische Forderung

Wiktionary: Imperativ

Imperativ

noun

Linguistik: grammatische Kategorie der Konjugation des Verbs, die benutzt wird, um Aufforderungen oder Befehle auszudrücken
- Imperativ → impératif

Cross Translation:

From	To	Via
• Imperativ	→ impératif	↔ imperative mood — imperative mood