Duits
Uitgebreide vertaling voor Ladengeschäft (Duits) in het Frans
Ladengeschäft: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- laden: charger; équiper; recharger; affréter; fréter; embarquer; charger un fusil; appeler; convoquer; interpeller; notifier; sommer; remémorer; intimer; appeler à; sommer de; assigner en justice; citer en justice; paraître devant le tribunal
- Geschäft: entreprise de détail; accord; affaire; opération; transaction; marché conclu; remise; magasin; dépôt; réserve; stock; entrepôt; garde-magasin; entreprise; Professionnel
- Laden: entreprise de détail; chargement; surface du magasin