Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: Anschrift

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: Anschrift

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Anschrift:
- adres; adressering
Wiktionary:
- Anschrift → adres
- Anschrift → bedrevenheid, handigheid, vaardigheid, vlugheid, slag, adres

Duits

Uitgebreide vertaling voor Anschrift (Duits) in het Nederlands

Anschrift:

Anschrift [die ~] zelfstandig naamwoord

die Anschrift (Adresse; Hausadresse)
het adres; de adressering
- adres [het ~] zelfstandig naamwoord
- adressering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Anschrift:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
adres	Adresse; Anschrift; Hausadresse	Adresse; E-Mail-Adresse; Internet-E-Mail-Adresse
adressering	Adresse; Anschrift; Hausadresse

Synoniemen voor "Anschrift":

Adresse; Postadresse; Postanschrift

Wiktionary: Anschrift

Anschrift

noun

aanduiding van de plaats waar iemand woont of iets is gevestigd
- adres → Anschrift

Cross Translation:

From	To	Via
• Anschrift	→ bedrevenheid; handigheid; vaardigheid; vlugheid; slag; adres	↔ adresse — indication, désignation, soit du destinataire, soit de la destination où il falloir aller ou envoyer.
• Anschrift	→ adres	↔ suscription — adresse écrire sur le pli extérieur ou l’enveloppe d’une lettre.

Computer vertaling door derden: