Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- aktiv:
- Aktiv:
- Wiktionary:
-
Gebruikers suggesties voor aktiv:
- aktief
Duits
Uitgebreide vertaling voor aktiv (Duits) in het Nederlands
aktiv:
-
aktiv (geschäftig; beschäftigt; fleißig; emsig; eifrig)
-
aktiv (beweglich; lebendig; lebhaft; munter; quick)
dynamisch; actief; energiek; beweeglijk; levendig-
dynamisch bijvoeglijk naamwoord
-
actief bijvoeglijk naamwoord
-
energiek bijvoeglijk naamwoord
-
beweeglijk bijvoeglijk naamwoord
-
levendig bijvoeglijk naamwoord
-
-
aktiv
Vertaal Matrix voor aktiv:
Synoniemen voor "aktiv":
Wiktionary: aktiv
aktiv
Cross Translation:
adjective
aktiv
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• aktiv | → actief | ↔ active — having the quality or power of acting |
• aktiv | → druk; levendig; kras; kwiek; opgewekt; rap; tierig; vief; wakker; actief; bedrijvend; werkdadig; werkend; werkzaam; bedrijvig | ↔ actif — Qui agir ou qui a la vertu d’agir. |
• aktiv | → actief; bedrijvend; werkdadig; werkend; werkzaam; bedrijvig | ↔ agissant — Qui agir, qui se donner beaucoup de mouvement. |
• aktiv | → actief; bedrijvend; werkdadig; werkend; werkzaam; bedrijvig; effectief; werkelijk; daadwerkelijk | ↔ effectif — Qui est réellement et de fait, qui produit un résultat réel. |
• aktiv | → actief; bedrijvend; werkdadig; werkend; werkzaam; bedrijvig; drastisch | ↔ énergique — Qui a de l’énergie. |
Aktiv:
-
Aktiv
Mijn actieve-
Mijn actieve bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor Aktiv:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Mijn actieve | Aktiv |
Wiktionary: Aktiv
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Aktiv | → actief; bedrijvende vorm; activum | ↔ active voice — the form in which the subject of a verb carries out some action |