Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. zur Folge haben:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor zur Folge haben (Duits) in het Nederlands

zur Folge haben:

zur Folge haben werkwoord (habe zur Folge, hast zur Folge, hat zur Folge, hatte zur Folge, habt zur Folge, zur Folge gehabt)

  1. zur Folge haben (resultieren)
    resulteren; uitmonden; tot gevolg hebben; resultaat
    • resulteren werkwoord (resulteer, resulteert, resulteerde, resulteerden, geresulteerd)
    • uitmonden werkwoord (mond uit, mondt uit, mondde uit, mondden uit, uitgemond)
    • tot gevolg hebben werkwoord (heb tot gevolg, hebt tot gevolg, had tot gevolg, hadden tot gevolg, tot gevolg gehad)
    • resultaat werkwoord
  2. zur Folge haben (sichherausstellen; erfolgen; erscheinen; )
    blijken; uitkomen; bewaarheid worden
    • blijken werkwoord (blijk, blijkt, bleek, bleken, gebleken)
    • uitkomen werkwoord (kom uit, komt uit, kwam uit, kwamen uit, uitgekomen)
    • bewaarheid worden werkwoord
  3. zur Folge haben (kulminieren; münden; gipfeln; sichergeben)
    culmineren
    • culmineren werkwoord (culimineer, culimineert, culimineerde, culimineerden, geculimineerd)
  4. zur Folge haben (erfolgen; führen; hervorgehen; )
    resulteren; uitvloeien in; uitkomen bij
    • resulteren werkwoord (resulteer, resulteert, resulteerde, resulteerden, geresulteerd)
    • uitvloeien in werkwoord (vloei uit in, vloeit uit in, vloeide uit in, vloeiden uit in, uitgevloeid in)
    • uitkomen bij werkwoord

Conjugations for zur Folge haben:

Präsens
  1. habe zur Folge
  2. hast zur Folge
  3. hat zur Folge
  4. haben zur Folge
  5. habt zur Folge
  6. haben zur Folge
Imperfekt
  1. hatte zur Folge
  2. hattest zur Folge
  3. hatte zur Folge
  4. haben zur Folge
  5. habt zur Folge
  6. haben zur Folge
Perfekt
  1. habe zur Folge gehabt
  2. hast zur Folge gehabt
  3. hat zur Folge gehabt
  4. haben zur Folge gehabt
  5. habt zur Folge gehabt
  6. haben zur Folge gehabt
1. Konjunktiv [1]
  1. habe zur Folge
  2. habest zur Folge
  3. habe zur Folge
  4. haben zur Folge
  5. habet zur Folge
  6. haben zur Folge
2. Konjunktiv
  1. hätte zur Folge
  2. hättest zur Folge
  3. hätte zur Folge
  4. hätten zur Folge
  5. hättet zur Folge
  6. hätten zur Folge
Futur 1
  1. werde zur Folge haben
  2. wirst zur Folge haben
  3. wird zur Folge haben
  4. werden zur Folge haben
  5. werdet zur Folge haben
  6. werden zur Folge haben
1. Konjunktiv [2]
  1. würde zur Folge haben
  2. würdest zur Folge haben
  3. würde zur Folge haben
  4. würden zur Folge haben
  5. würdet zur Folge haben
  6. würden zur Folge haben
Diverses
  1. hab zur Folge!
  2. habt zur Folge!
  3. haben Sie zur Folge!
  4. zur Folge gehabt
  5. zur Folge habend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor zur Folge haben:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
resultaat Ausschlag; Effekt; Ende; Endergebnis; Ergebnis; Folgerung; Resultat; Wirkung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bewaarheid worden aufkommen; auswirken; eintreffen; erfolgen; erscheinen; erstehen; erweisen; folgen; folgern; führen; gipfeln; hervorgehen; sichergeben; sicherweisen; sichherausstellen; sichzeigen; vorkommen; zur Folge haben
blijken aufkommen; auswirken; eintreffen; erfolgen; erscheinen; erstehen; erweisen; folgen; folgern; führen; gipfeln; hervorgehen; sichergeben; sicherweisen; sichherausstellen; sichzeigen; vorkommen; zur Folge haben
culmineren gipfeln; kulminieren; münden; sichergeben; zur Folge haben
resultaat resultieren; zur Folge haben
resulteren auslaufen; auswirken; erfolgen; erstehen; fließen; folgen; folgern; führen; gipfeln; hervorgehen; kulminieren; münden; resultieren; sichergeben; zur Folge haben
tot gevolg hebben resultieren; zur Folge haben
uitkomen aufkommen; auswirken; eintreffen; erfolgen; erscheinen; erstehen; erweisen; folgen; folgern; führen; gipfeln; hervorgehen; sichergeben; sicherweisen; sichherausstellen; sichzeigen; vorkommen; zur Folge haben ans Licht kommen; auskommen; entdeckt werden; entspringen; entstehen; gefallen; gelegen kommen; geschikt sein; herauskommen; hervorgehen; konvenieren; passen; rundkommen; schmecken; taugen
uitkomen bij auslaufen; auswirken; erfolgen; erstehen; fließen; folgen; folgern; führen; gipfeln; hervorgehen; kulminieren; münden; sichergeben; zur Folge haben
uitmonden resultieren; zur Folge haben ausfließen in; münden
uitvloeien in auslaufen; auswirken; erfolgen; erstehen; fließen; folgen; folgern; führen; gipfeln; hervorgehen; kulminieren; münden; sichergeben; zur Folge haben ausfließen in; münden
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
uitkomen herauskommen; herausströmen

Synoniemen voor "zur Folge haben":


Wiktionary: zur Folge haben


Cross Translation:
FromToVia
zur Folge haben inhouden; impliceren imply — to have as a consequence

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van zur Folge haben