Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: Pubertät

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: Pubertät

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Pubertät:
- puberteit
Wiktionary:
- Pubertät → puberteit
- Pubertät → puberteit

Duits

Uitgebreide vertaling voor Pubertät (Duits) in het Nederlands

Pubertät:

Pubertät [die ~] zelfstandig naamwoord

die Pubertät (Geschlechtsreife)
de puberteit
- puberteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Pubertät:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
puberteit	Geschlechtsreife; Pubertät

Synoniemen voor "Pubertät":

Adoleszenz; Entwicklungsalter; Entwicklungsjahre; Flegeljahre; Geschlechtsreife; Jugendalter; Jugendjahre; Reifezeit; Zeit der einsetzenden Geschlechtsreife; Abstand; Intervall; Dauer; Frist; Periode; Phase; Spanne; Weile; Zeit; Zeitabschnitt; Zeitabstand; Zeitdauer; Zeitdifferenz; Zeitintervall; Zeitlang; Zeitraum; Zeitspanne

Wiktionary: Pubertät

Pubertät

noun

biologische Übergangsphase des Menschen, in der der Mensch mit diversen Verhaltensweisen und körperlichen Veränderungen aus dem Kinds- zum Erwachsenenstadium wechseln
- Pubertät → puberteit

Cross Translation:

From	To	Via
• Pubertät	→ puberteit	↔ puberty — age at which a person is first capable of sexual reproduction