Duits

Uitgebreide vertaling voor Vortrag (Duits) in het Nederlands

Vortrag:

Vortrag [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Vortrag (Prolog; Ausdruck; Speech; Ton)
    het voorwoord; de inleiding; de proloog; de introductie; het voorbericht
  2. der Vortrag (Besprechung; Referat; Unterredung; )
    de lezing; de spreekbeurt
  3. der Vortrag (Arbeit; Abhandlung)
    het werkstuk; de verhandeling
  4. der Vortrag (Referat; Lesung; Vorlesung)
    het referaat; het verslag; het bericht
    • referaat [het ~] zelfstandig naamwoord
    • verslag [het ~] zelfstandig naamwoord
    • bericht [het ~] zelfstandig naamwoord
  5. der Vortrag (Referat; Deklamation)
    de voordracht; de declamatie; versvoordracht
  6. der Vortrag
    de lezing; de leesbeurt; de voorlezing
  7. der Vortrag (Vorträge)
    de spreekbeurten

Vertaal Matrix voor Vortrag:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bericht Lesung; Referat; Vorlesung; Vortrag Ankündigung; Ansprache; Artikel; Beitrag; Bekanntgabe; Bekanntmachung; Benachrichtigung; Bericht; Blatt; Botschaft; Dokument; Erwähnung; Illustrierte; Journal; Magazin; Meldung; Mitteilung; Monatsheft; Monatsschrift; Nachricht; Neuigkeit; Verlautbarung; Verzeichnung; Wochenblatt; Zeitschrift
declamatie Deklamation; Referat; Vortrag Deklamation
inleiding Ausdruck; Prolog; Speech; Ton; Vortrag
introductie Ausdruck; Prolog; Speech; Ton; Vortrag Einführung; Einfühurngszeit; Einleitung
leesbeurt Vortrag
lezing Besprechung; Debatte; Deklamation; Gespräch; Referat; Unterredung; Vortrag Anschauung; Ansicht; Ansichtsweise; Ansprache; Denkweise; Konzert; Lesung; Rede; Version
proloog Ausdruck; Prolog; Speech; Ton; Vortrag
referaat Lesung; Referat; Vorlesung; Vortrag
spreekbeurt Besprechung; Debatte; Deklamation; Gespräch; Referat; Unterredung; Vortrag Ansprache; Konzert; Lesung; Rede
spreekbeurten Vortrag; Vorträge
verhandeling Abhandlung; Arbeit; Vortrag Abfassung; Artikel; Essay
verslag Lesung; Referat; Vorlesung; Vortrag Aufsatz; Bericht; Geschichte; Gutachten; Kommentar; Meinungsbericht; Reportage
versvoordracht Deklamation; Referat; Vortrag
voorbericht Ausdruck; Prolog; Speech; Ton; Vortrag
voordracht Deklamation; Referat; Vortrag Ansprache; Einsetzung; Einstellung; Ernennung; Konzert; Lesung; Rede
voorlezing Vortrag
voorwoord Ausdruck; Prolog; Speech; Ton; Vortrag
werkstuk Abhandlung; Arbeit; Vortrag

Synoniemen voor "Vortrag":


Wiktionary: Vortrag

Vortrag
noun
  1. eine Rede vor einem Publikum
Vortrag
noun
  1. een voordracht voor een publiek over een bepaald onderwerp

Cross Translation:
FromToVia
Vortrag lezing; college lecture — a spoken lesson
Vortrag presentatie; voorstelling; voordracht presentation — presenting to an audience
Vortrag lezing; spreekbeurt; voordracht conférenceentretien que deux ou plusieurs personnes ont ensemble sur une affaire ou une matière sérieux.

Computer vertaling door derden:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Vortrag (Nederlands) in het Duits

Vortrag: (*Woord en zin splitter gebruikt)

Computer vertaling door derden: