Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. abspritzen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor abspritzen (Duits) in het Nederlands

abspritzen:

abspritzen werkwoord

  1. abspritzen (ejakulieren)
    klaarkomen; ejaculeren
    • klaarkomen werkwoord (kom klaar, komt klaar, kwam klaar, kwamen klaar, klaar gekomen)
    • ejaculeren werkwoord (ejaculeer, ejaculeert, ejaculeerde, ejaculeerden, geëjaculeerd)

Vertaal Matrix voor abspritzen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ejaculeren abspritzen; ejakulieren ejakulieren
klaarkomen abspritzen; ejakulieren

Synoniemen voor "abspritzen":


Wiktionary: abspritzen


Cross Translation:
FromToVia
abspritzen komen; klaarkomen cum — slang: have an orgasm; ejaculate
abspritzen rukken jerk off — To masturbate