Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Sticker:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. sticker:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Sticker (Duits) in het Nederlands

Sticker:

Sticker [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Sticker (Aufkleber; Etikett; Label; Plakatkleber)
    de label; het etiket; de sticker; de plakker; het plakkertje
    • label [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • etiket [het ~] zelfstandig naamwoord
    • sticker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • plakker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • plakkertje [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Sticker (Aufkleber)
    de plakker; de aanplakker
    • plakker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • aanplakker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Sticker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanplakker Aufkleber; Sticker
etiket Aufkleber; Etikett; Label; Plakatkleber; Sticker Abzeichen; Brandzeichen; Erkennungszeichen; Kennzeichen; Markierung; Merkmal; Merkzeichen; Vermerk
label Aufkleber; Etikett; Label; Plakatkleber; Sticker Handelsmarke
plakker Aufkleber; Etikett; Label; Plakatkleber; Sticker
plakkertje Aufkleber; Etikett; Label; Plakatkleber; Sticker
sticker Aufkleber; Etikett; Label; Plakatkleber; Sticker
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
label Beschriftung; Bezeichnung; Markierung; RFID-Transponder; Tag

Synoniemen voor "Sticker":


Wiktionary: Sticker


Cross Translation:
FromToVia
Sticker sticker; klever sticker — adhesive label or decal



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Sticker (Nederlands) in het Duits

sticker:

sticker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de sticker (label; etiket; plakker; plakkertje)
    Etikett; der Aufkleber; Label; der Sticker; der Plakatkleber

Vertaal Matrix voor sticker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Aufkleber etiket; label; plakker; plakkertje; sticker aanplakker; aanplakkers; plakker; plakkers; plakkertjes; plakplaatjes; stickers
Etikett etiket; label; plakker; plakkertje; sticker
Label etiket; label; plakker; plakkertje; sticker
Plakatkleber etiket; label; plakker; plakkertje; sticker
Sticker etiket; label; plakker; plakkertje; sticker aanplakker; plakker

Verwante woorden van "sticker":


Wiktionary: sticker


Cross Translation:
FromToVia
sticker Aufkleber; Sticker sticker — adhesive label or decal