Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- anschneiden:
- Anschneiden:
-
Wiktionary:
- anschneiden → aansnijden
- anschneiden → aanbreken
Duits
Uitgebreide vertaling voor anschneiden (Duits) in het Nederlands
anschneiden:
anschneiden werkwoord (schneide an, schneidest an, schneidet an, schnitt an, schnittet an, angeschnitten)
-
anschneiden (sagen)
zeggen; vertellen; ter sprake brengen; naar voren brengen; opmerken; verwoorden-
ter sprake brengen werkwoord (breng ter sprake, brengt ter sprake, bracht ter sprake, brachten ter sprake, tersprake gebracht)
-
naar voren brengen werkwoord (breng naar voren, brengt naar voren, bracht naar voren, brachten naar voren, naar voren gebracht)
-
anschneiden (zur Sprache bringen)
aankaarten; ter sprake brengen; aansnijden; op tafel leggen-
ter sprake brengen werkwoord (breng ter sprake, brengt ter sprake, bracht ter sprake, brachten ter sprake, tersprake gebracht)
-
op tafel leggen werkwoord
-
anschneiden (Gespräch anknöpfen; aufwerfen; Zur Sprache bringen)
ter sprake brengen; aansnijden; starten; entameren; openen; opwerpen; gesprek aanknopen; te berde brengen; aankaarten; aanknopen-
ter sprake brengen werkwoord (breng ter sprake, brengt ter sprake, bracht ter sprake, brachten ter sprake, tersprake gebracht)
-
entameren werkwoord
-
gesprek aanknopen werkwoord
-
te berde brengen werkwoord (breng te berde, brengt te berde, bracht te berde, brachten te berde, bracht te berde)
-
-
anschneiden (aufwerfen)
voorleiden-
voorleiden werkwoord
-
Conjugations for anschneiden:
Präsens
- schneide an
- schneidest an
- schneidet an
- schneiden an
- schneidet an
- schneiden an
Imperfekt
- schnitt an
- schnittest an
- schnitt an
- schnitten an
- schnittet an
- schnitten an
Perfekt
- habe angeschnitten
- hast angeschnitten
- hat angeschnitten
- haben angeschnitten
- habt angeschnitten
- haben angeschnitten
1. Konjunktiv [1]
- schneide an
- schneidest an
- schneide an
- schneiden an
- schneidet an
- schneiden an
2. Konjunktiv
- schnitte an
- schnittest an
- schnitte an
- schnitten an
- schnittet an
- schnitten an
Futur 1
- werde anschneiden
- wirst anschneiden
- wird anschneiden
- werden anschneiden
- werdet anschneiden
- werden anschneiden
1. Konjunktiv [2]
- würde anschneiden
- würdest anschneiden
- würde anschneiden
- würden anschneiden
- würdet anschneiden
- würden anschneiden
Diverses
- schneide
- schneidet an!
- schneiden Sie an!
- angeschnitten
- anschneidend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor anschneiden:
Synoniemen voor "anschneiden":
Wiktionary: anschneiden
anschneiden
Cross Translation:
verb
-
het eerste stuk er afsnijden
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• anschneiden | → aanbreken | ↔ entamer — inciser superficiellement. |
Anschneiden:
-
Anschneiden
Vertaal Matrix voor Anschneiden:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aansnijden | Anschneiden | |
entameren | Anschneiden | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aansnijden | Gespräch anknöpfen; Zur Sprache bringen; anschneiden; aufs Tapet bringen; aufwerfen; zur Sprache bringen | |
entameren | Gespräch anknöpfen; Zur Sprache bringen; anschneiden; aufs Tapet bringen; aufwerfen; zur Sprache bringen |
Computer vertaling door derden: