Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Server:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. server:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Server (Duits) in het Nederlands

Server:

Server

  1. Server (Netzwerkserver)
    de server; netwerkserver
  2. Server
    de server
    • server [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Server:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
server Netzwerkserver; Server
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
netwerkserver Netzwerkserver; Server
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
netwerkserver Netz-Server

Wiktionary: Server

Server
noun
  1. Ein Computer in einem Netzwerk, der für andere Computer Dienste bereitstellt.
Server
noun
  1. een computer die diensten verleent aan andere programma's

Cross Translation:
FromToVia
Server server serveur — Logiciel ou ordinateur

Computer vertaling door derden:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Server (Nederlands) in het Duits

server:

server [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de server (netwerkserver)
  2. de server

Vertaal Matrix voor server:

Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Netzwerkserver netwerkserver; server
Server netwerkserver; server

Wiktionary: server

server
noun
  1. een computer die diensten verleent aan andere programma's
server
noun
  1. Ein Computer in einem Netzwerk, der für andere Computer Dienste bereitstellt.

Cross Translation:
FromToVia
server Server serveur — Logiciel ou ordinateur

Computer vertaling door derden: