Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Knotenpunkt:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Knotenpunkt (Duits) in het Nederlands

Knotenpunkt:

Knotenpunkt [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Knotenpunkt (Verkehrsknotenpunkt; Mittelpunkt; Kreuzpunkt; )
    het verkeersknooppunt; het kruispunt; het knooppunt

Vertaal Matrix voor Knotenpunkt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
knooppunt Gabelung; Knotenpunkt; Kreuzpunkt; Kreuzung; Kreuzungsstelle; Mittelpunkt; Schnittpunkt; Straßenkreuzung; Verkehrsknotenpunkt Knoten
kruispunt Gabelung; Knotenpunkt; Kreuzpunkt; Kreuzung; Kreuzungsstelle; Mittelpunkt; Schnittpunkt; Straßenkreuzung; Verkehrsknotenpunkt Abzweigung; Gabelung; Kreuzpunkt; Kreuzung; Kreuzungsstelle; Punkt wo Linien sich kreuzen; Schnittpunkt; Straßenkreuzung
verkeersknooppunt Gabelung; Knotenpunkt; Kreuzpunkt; Kreuzung; Kreuzungsstelle; Mittelpunkt; Schnittpunkt; Straßenkreuzung; Verkehrsknotenpunkt

Synoniemen voor "Knotenpunkt":


Wiktionary: Knotenpunkt


Cross Translation:
FromToVia
Knotenpunkt knooppunt; verbindingspunt; aansluiting; samenkomst junction — a place where two things meet

Computer vertaling door derden: