Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Orthopäde:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Orthopäde (Duits) in het Nederlands

Orthopäde:

Orthopäde [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Orthopäde
    de orthopeed

Vertaal Matrix voor Orthopäde:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
orthopeed Orthopäde

Synoniemen voor "Orthopäde":

  • Facharzt für Orthopädie; Arzt; Doktor; Halbgott in Weiß; Mediziner; Weißkittel

Wiktionary: Orthopäde

Orthopäde
noun
  1. Medizin: Facharzt für Orthopädie
Orthopäde
noun
  1. beroep|nld (medisch, nld) een medisch specialist die zich bezig houdt met de orthopedie, het recht doen groeien en goed doen functioneren van alle delen van het skelet
  2. beroep|nld specialist in de orthopedie