Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- herabsetzen:
- Herabsetzen:
-
Wiktionary:
- herabsetzen → afprijzen, denigreren
- herabsetzen → kleineren, denigreren, onteren
Duits
Uitgebreide vertaling voor herabsetzen (Duits) in het Nederlands
herabsetzen:
-
herabsetzen (abbauen; vermindern; sinken; wegnehmen; verringern; schrumpfen; fallen; reduzieren; nachlassen; abschwächen; setzen; sparen; kürzen; schwächen; schwinden; mindern; schmälern; zurückgehen; versiegen; verknappen; zusammengehen; fortnehmen; herabmindern)
declineren; afnemen; achteruitgaan; minder worden-
achteruitgaan werkwoord (ga achteruit, gaat achteruit, ging achteruit, gingen achteruit, achteruitgegaan)
-
herabsetzen (abpreisen; reduzieren; senken)
-
herabsetzen (schmälern; herabwürdigen)
-
herabsetzen (niedriger machen; reduzieren; senken)
-
herabsetzen (kürzen; reduzieren; einschränken; vermindern; beschränken; einschrumpfen; schrumpfen)
-
herabsetzen (degradieren; zurücksetzen; zurückstellen; erniedrigen; herabmindern)
degraderen; in rang verlagen; terugzetten; achteruitzetten; terugplaatsen-
in rang verlagen werkwoord (verlaag in rang, verlaagt in rang, verlaagde in rang, verlaagden in rang, in rang verlaagd)
-
terugplaatsen werkwoord (plaats terug, plaatst terug, plaatste terug, plaatsten terug, teruggeplaatst)
Conjugations for herabsetzen:
Präsens
- setze herab
- setzt herab
- setzt herab
- setzen herab
- setzt herab
- setzen herab
Imperfekt
- setzte herab
- setztest herab
- setzte herab
- setzten herab
- setztet herab
- setzten herab
Perfekt
- habe herabgesetzt
- hast herabgesetzt
- hat herabgesetzt
- haben herabgesetzt
- habt herabgesetzt
- haben herabgesetzt
1. Konjunktiv [1]
- herabsetze
- herabsetzest
- herabsetze
- herabsetzen
- herabsetzet
- herabsetzen
2. Konjunktiv
- herabsetzte
- herabsetztest
- herabsetzte
- herabsetzten
- herabsetztet
- herabsetzten
Futur 1
- werde herabsetzen
- wirst herabsetzen
- wird herabsetzen
- werden herabsetzen
- werdet herabsetzen
- werden herabsetzen
1. Konjunktiv [2]
- würde herabsetzen
- würdest herabsetzen
- würde herabsetzen
- würden herabsetzen
- würdet herabsetzen
- würden herabsetzen
Diverses
- setze herab!
- setzt herab!
- setzen Sie herab!
- herabgesetzt
- herabsetzend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor herabsetzen:
Synoniemen voor "herabsetzen":
Wiktionary: herabsetzen
herabsetzen
Cross Translation:
verb
-
iets goedkoper maken
-
op spottende en laatdunkende wijze bekritiseren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• herabsetzen | → kleineren | ↔ belittle — to knowingly say that something is smaller or less important than it actually is |
• herabsetzen | → kleineren; denigreren | ↔ denigrate — to treat as worthless |
• herabsetzen | → onteren | ↔ disparage — to dishonor by a comparison |
Herabsetzen:
-
Herabsetzen (Degradieren; Zurückseetzen)
Vertaal Matrix voor Herabsetzen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
degraderen | Degradieren; Herabsetzen; Zurückseetzen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
degraderen | degradieren; erniedrigen; herabmindern; herabsetzen; zurücksetzen; zurückstellen |
Computer vertaling door derden: