Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Karton:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. karton:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Karton (Duits) in het Nederlands

Karton:

Karton [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Karton (Aufbewahungskarton; Dose; Verpackung; )
    de doos; opbergdoos
    • doos [de ~] zelfstandig naamwoord
    • opbergdoos [znw.] zelfstandig naamwoord
  2. der Karton (Pappschachtel)
    het karton
    • karton [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. der Karton (Hülse; Verpackung; Packung; )
    de verpakking; het omhulsel; de huls; het omkleedsel; het omwindsel
  4. der Karton (Verschlag; Box; Gehäuse; )
    de box; de opbergruimte
    • box [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • opbergruimte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  5. der Karton (UmhÜllung; Hülse; Gehäuse; )
    het omhulsel; de buitenkant; de huls; het omwindsel; het omkleedsel

Vertaal Matrix voor Karton:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
box Abteil; Box; Büchse; Dose; Flugschreiber; Gefäß; Gehäuse; Kapsel; Karton; Kasten; Kittchen; Klo; Loch; Schachtel; Schuppen; Verschlag Babybox
buitenkant Aufmachung; Büchse; Dichtung; Dose; Emballage; Flugschreiber; Gefäß; Gehäuse; Hülse; Kapsel; Karton; Kasten; Liderung; Packung; Schachtel; Spreu; UmhÜllung; Verpackung Ansicht; Aussehen; Außenseite; Erscheinung; Erscheinungsform; Gestalt; Statur; Äußere
doos Aufbewahungskarton; Büchse; Dose; Gefäß; Karton; Schachtel; Verpackung Behälter; Strafanstalt; Strafvollzugsanstalt
huls Aufmachung; Büchse; Dichtung; Dose; Emballage; Flugschreiber; Gefäß; Gehäuse; Hülse; Kapsel; Karton; Kasten; Liderung; Packung; Schachtel; Spreu; UmhÜllung; Verpackung
karton Karton; Pappschachtel Pappe
omhulsel Aufmachung; Büchse; Dichtung; Dose; Emballage; Flugschreiber; Gefäß; Gehäuse; Hülse; Kapsel; Karton; Kasten; Liderung; Packung; Schachtel; Spreu; UmhÜllung; Verpackung
omkleedsel Aufmachung; Büchse; Dichtung; Dose; Emballage; Flugschreiber; Gefäß; Gehäuse; Hülse; Kapsel; Karton; Kasten; Liderung; Packung; Schachtel; Spreu; UmhÜllung; Verpackung
omwindsel Aufmachung; Büchse; Dichtung; Dose; Emballage; Flugschreiber; Gefäß; Gehäuse; Hülse; Kapsel; Karton; Kasten; Liderung; Packung; Schachtel; Spreu; UmhÜllung; Verpackung
opbergdoos Aufbewahungskarton; Büchse; Dose; Gefäß; Karton; Schachtel; Verpackung
opbergruimte Abteil; Box; Büchse; Dose; Flugschreiber; Gefäß; Gehäuse; Kapsel; Karton; Kasten; Kittchen; Klo; Loch; Schachtel; Schuppen; Verschlag
verpakking Dose; Emballage; Gefäß; Gehäuse; Hülse; Kapsel; Karton; Kasten; Packung; Schachtel; Verpackung Packung; Produktverpackung und -aufmachung; Verpackung

Synoniemen voor "Karton":


Wiktionary: Karton

Karton
noun
  1. papierähnliches Produkt
  2. dünner, rechteckiger Behälter
Karton
noun
  1. bordpapier
  2. verpakking

Cross Translation:
FromToVia
Karton karton cardboard — material resembling heavy paper
Karton bordpapier; karton cartonpapier gros et raide (plus de 224 g au mètre carré), composé parfois de feuilles collées.



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Karton (Nederlands) in het Duits

Karton vorm van karton:

karton [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het karton
    der Karton; der Pappschachtel
  2. het karton

Vertaal Matrix voor karton:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Karton karton box; buitenkant; doos; huls; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; opbergdoos; opbergruimte; verpakking
Pappschachtel karton kartonnen doos
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Pappe karton

Verwante woorden van "karton":


Wiktionary: karton

karton
noun
  1. bordpapier
  2. verpakking
karton
noun
  1. papierähnliches Produkt
  2. dünner, rechteckiger Behälter

Cross Translation:
FromToVia
karton Karton; Pappe cardboard — material resembling heavy paper
karton Karton; Pappe cartonpapier gros et raide (plus de 224 g au mètre carré), composé parfois de feuilles collées.

Verwante vertalingen van Karton