Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Wirtschaft (Duits) in het Nederlands

Wirtschaft:

Wirtschaft [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Wirtschaft (Studium der Ökonomie; Volkswirtschaft)
    de economie; de economiestudie
  2. die Wirtschaft (Staatsökonomie; Ökonomie; Konjunktur; Nationalökonomie; Volkswirtschaft)
    de economie; de volkshuishouding; de staathuishoudkunde
  3. die Wirtschaft (Volkswirtschaft; Ökonomie)
    het bedrijfsleven
  4. die Wirtschaft (Kneipe; Gaststätte; Schenke; )
    het café; de kroeg; de taveerne; de lokaliteit; de tapperij; de bar
    • café [het ~] zelfstandig naamwoord
    • kroeg [de ~] zelfstandig naamwoord
    • taveerne [de ~] zelfstandig naamwoord
    • lokaliteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • tapperij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • bar [de ~] zelfstandig naamwoord
  5. die Wirtschaft (Handwerk; Gewerbe; Kaufhandel; )
    het ambacht; de stiel; métier; het vak
    • ambacht [het ~] zelfstandig naamwoord
    • stiel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • métier [znw.] zelfstandig naamwoord
    • vak [het ~] zelfstandig naamwoord
  6. die Wirtschaft (Café; Kneipe; Krug; )
    het café; de kroeg; de taveerne; de tapperij
    • café [het ~] zelfstandig naamwoord
    • kroeg [de ~] zelfstandig naamwoord
    • taveerne [de ~] zelfstandig naamwoord
    • tapperij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  7. die Wirtschaft (Kneipe; Krug; Gasthaus; )
    de knijp
    • knijp [de ~] zelfstandig naamwoord
  8. die Wirtschaft
    de economie
    • economie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Wirtschaft:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ambacht Beruf; Branche; Erwerb; Gewerbe; Handel; Handwerk; Kaufhandel; Wirtschaft Arbeit; Beschäftigung; Tätigkeit
bar Gasthaus; Gaststätte; Gastwirtschaft; Kneipe; Schenke; Wirtschaft; Wirtshaus; Wirtsstube Ausschank; Schanktisch; Theke
bedrijfsleven Volkswirtschaft; Wirtschaft; Ökonomie
café Ausschank; Café; Gasthaus; Gasthof; Gasthäuser; Gaststätte; Gastwirtschaft; Kneipe; Krug; Lokalität; Schankwirtschaft; Schenke; Wirtschaft; Wirtshaus; Wirtsstube Kaffeehaus
economie Konjunktur; Nationalökonomie; Staatsökonomie; Studium der Ökonomie; Volkswirtschaft; Wirtschaft; Ökonomie
economiestudie Studium der Ökonomie; Volkswirtschaft; Wirtschaft
knijp Ausschank; Café; Gasthaus; Gasthäuser; Gaststätte; Gastwirtschaft; Kneipe; Krug; Lokalität; Schankwirtschaft; Schenke; Wirtschaft; Wirtshaus
kroeg Ausschank; Café; Gasthaus; Gasthof; Gasthäuser; Gaststätte; Gastwirtschaft; Kneipe; Krug; Lokalität; Schankwirtschaft; Schenke; Wirtschaft; Wirtshaus; Wirtsstube
lokaliteit Gasthaus; Gaststätte; Gastwirtschaft; Kneipe; Schenke; Wirtschaft; Wirtshaus; Wirtsstube
métier Beruf; Branche; Erwerb; Gewerbe; Handel; Handwerk; Kaufhandel; Wirtschaft
staathuishoudkunde Konjunktur; Nationalökonomie; Staatsökonomie; Volkswirtschaft; Wirtschaft; Ökonomie
stiel Beruf; Branche; Erwerb; Gewerbe; Handel; Handwerk; Kaufhandel; Wirtschaft
tapperij Ausschank; Café; Gasthaus; Gasthof; Gasthäuser; Gaststätte; Gastwirtschaft; Kneipe; Krug; Lokalität; Schankwirtschaft; Schenke; Wirtschaft; Wirtshaus; Wirtsstube
taveerne Ausschank; Café; Gasthaus; Gasthof; Gasthäuser; Gaststätte; Gastwirtschaft; Kneipe; Krug; Lokalität; Schankwirtschaft; Schenke; Wirtschaft; Wirtshaus; Wirtsstube
vak Beruf; Branche; Erwerb; Gewerbe; Handel; Handwerk; Kaufhandel; Wirtschaft Arbeit; Beruf; Beschäftigung; Fach; Gefrierfach; Tätigkeit
volkshuishouding Konjunktur; Nationalökonomie; Staatsökonomie; Volkswirtschaft; Wirtschaft; Ökonomie
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bar armselig; dürr; unfruchtbar

Synoniemen voor "Wirtschaft":


Wiktionary: Wirtschaft

Wirtschaft
  1. Gesamtheit menschlichen Handelns und der dazu benötigten Werkzeuge und Einrichtungen zur Befriedigung von Bedürfnissen
Wirtschaft
noun
  1. het geheel aan bedrijven in een bepaalde samenleving
  2. een uitgaansgelegenheid waar men dranken kan nuttigen

Cross Translation:
FromToVia
Wirtschaft economie economy — frugal use of resources
Wirtschaft economie economy — production and distribution and consumption

Computer vertaling door derden: