Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: Passwort

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: Passwort

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Passwort:
- Wiktionary:
  Passwort → paswoord, wachtwoord
  Passwort → wachtwoord
- Synoniemen voor "Passwort":
  Codewort; Geheimcode; Kennwort; Losung; Losungswort; Parole; passwd; Zugangswort

Duits

Uitgebreide vertaling voor Passwort (Duits) in het Nederlands

Passwort: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

Paß: paspoort; identiteitsbewijs; pas; bankpas; bergpas; pasje
Wort: woord

Spelling Suggesties voor: Passwort

Passant; Hauswart; passiert; Hauswirt; Pastor; Pastorat; Passat; passierst; paßtest; paßest

Passwort:

Synoniemen voor "Passwort":

Codewort; Geheimcode; Kennwort; Losung; Losungswort; Parole; passwd; Zugangswort

Wiktionary: Passwort

Passwort

noun

Mittel zur Authentifizierung eines Benutzer
- Passwort → paswoord; wachtwoord

Passwort

noun

een geheim woord dat men moet produceren om ergens toegelaten te worden
- wachtwoord → Kennwort; Passwort

Cross Translation:

From	To	Via
• Passwort	→ wachtwoord	↔ password — secret word used to gain admittance
• Passwort	→ wachtwoord	↔ password — computing: string of characters known only to a user

Computer vertaling door derden:

Nederlands

Suggesties voor Passwort in het Nederlands

Spelling Suggesties voor: Passwort

paspoort; passeert; passant; passt; passaat; passement; passendst

Computer vertaling door derden: