Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor flexibel (Duits) in het Nederlands

flexibel:

flexibel bijvoeglijk naamwoord

  1. flexibel (biegsam; dehnbar; geschmeidig; )
    flexibel; soepel; buigbaar
  2. flexibel (beugsam; geschmeidig; gefügig; entgegenkommend; fügsam)
    buigzaam; flexibel; meegaand; soepel
  3. flexibel (beugsam)
    buigzaam
  4. flexibel (knetbar; reibungslos; nachgiebig; )
    kneedbaar; vormbaar
  5. flexibel (Bandbreite)

Vertaal Matrix voor flexibel:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
buigbaar beugsam; biegsam; dehnbar; elastisch; flexibel; formbar; gelenkig; geschmeidig; knetbar; nachgiebig
buigzaam beugsam; entgegenkommend; flexibel; fügsam; gefügig; geschmeidig
flexibel beugsam; biegsam; dehnbar; elastisch; entgegenkommend; flexibel; formbar; fügsam; gefügig; gelenkig; geschmeidig; knetbar; nachgiebig
kneedbaar beugsam; biegsam; biegungsfähig; dehnbar; elastisch; entgegenkommend; faltbar; flexibel; formbar; fügsam; gefügig; gelenkig; geschmeidig; glatt; knetbar; nachgiebig; reibungslos
meegaand beugsam; entgegenkommend; flexibel; fügsam; gefügig; geschmeidig bequem; dienstbereit; dienstfertig; entgegenkommend; folgsam; füglich; fügsam; gefällig; gefügig; gehorsam; leicht zu bearbeiten; nachgiebig; untertänig; unterworfen
soepel beugsam; biegsam; dehnbar; elastisch; entgegenkommend; flexibel; formbar; fügsam; gefügig; gelenkig; geschmeidig; knetbar; nachgiebig bequem; dienstbereit; dienstfertig; entgegenkommend; folgsam; fügsam; gefällig; gefügig; gehorsam; gelenkig; leicht zu bearbeiten; nachgiebig
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
breed scala Bandbreite; flexibel
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vormbaar beugsam; biegsam; biegungsfähig; dehnbar; elastisch; entgegenkommend; faltbar; flexibel; formbar; fügsam; gefügig; gelenkig; geschmeidig; glatt; knetbar; nachgiebig; reibungslos

Synoniemen voor "flexibel":


Wiktionary: flexibel

flexibel
adjective
  1. Psychologie, Wirtschaftswesen: Fähigkeit, sich auf geänderte Anforderungen und Gegebenheiten einer Umwelt einstellen zu können
  2. Technik: Eigenschaft von Körpern, sich leicht mechanisch verändern zu lassen
flexibel
adjective
  1. het vermogen hebbend gebogen te worden
  2. gemakkelijk buigend en zich aanpassend
  3. weinig problemen ondervindend

Cross Translation:
FromToVia
flexibel buigzaam flexible — easily bent without breaking
flexibel flexibel flexible — easy and compliant
flexibel flexibel flexible — capable or being adapted or molded



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor flexibel (Nederlands) in het Duits

flexibel:

flexibel bijvoeglijk naamwoord

  1. flexibel (buigbaar; soepel)
    flexibel; dehnbar; geschmeidig; nachgiebig; elastisch; formbar; beugsam; gelenkig; knetbar; biegsam
  2. flexibel (buigzaam; meegaand; soepel)
    flexibel; geschmeidig; gefügig; entgegenkommend; beugsam; fügsam

Vertaal Matrix voor flexibel:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flexibel buigbaar; buigzaam; flexibel; meegaand; soepel breed scala; buigzaam; kneedbaar; vormbaar
- soepel
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beugsam buigbaar; buigzaam; flexibel; meegaand; soepel buigzaam; kneedbaar; vormbaar
biegsam buigbaar; flexibel; soepel kneedbaar; vormbaar
dehnbar buigbaar; flexibel; soepel elastisch; energiek; kneedbaar; krachtig; rekbaar; veerkrachtig; vol energie; vormbaar
elastisch buigbaar; flexibel; soepel elastisch; energiek; kneedbaar; krachtig; rekbaar; veerkrachtig; verend; vol energie; vormbaar
entgegenkommend buigzaam; flexibel; meegaand; soepel aangenaam; aardig; amicaal; attent; bedaard; behulpzaam; bereidwillig; coöperatief; gedienstig; gedwee; gelijkmoedig; gewillig; goedaardig; goedhartig; hartelijk; hulpvaardig; inschikkelijk; kalm; kalmpjes; kameraadschappelijk; kneedbaar; medewerkend; meegaand; minnelijk; onbewogen; op een aardige manier; plezierig; rustig; sereen; soepel; tegemoetkomend; toegeeflijk; toegevend; toeschietelijk; voorkomend; vormbaar; vriendelijk; vriendschappelijk; welwillend; zachtaardig
formbar buigbaar; flexibel; soepel kneedbaar; plastisch; vormbaar; vormgevend
fügsam buigzaam; flexibel; meegaand; soepel dienstbaar; dienstwillig; geduldig; gedwee; gehoorzaam; gewillig; inschikkelijk; kalm afwachtend; kneedbaar; meegaand; onderworpen; soepel; toegeeflijk; toegevend; volgzaam; vormbaar; willig
gefügig buigzaam; flexibel; meegaand; soepel gedwee; gehoorzaam; gemakkelijk te hanteren; gewillig; handelbaar; hanteerbaar; in een handomdraai; inschikkelijk; kneedbaar; licht; lichtwegend; meegaand; moeiteloos; onderworpen; soepel; tam; toegeeflijk; toegevend; vanzelf; volgzaam; vormbaar; zonder moeite
gelenkig buigbaar; flexibel; soepel energiek; kneedbaar; krachtig; lenig; soepel; vol energie; vormbaar
geschmeidig buigbaar; buigzaam; flexibel; meegaand; soepel chic; elegant; esthetisch; geraffineerd; gracieus; kneedbaar; modieuze verfijning; sierlijk; smaakvol; smeerbaar; smeuïg; stijlvol; verfijnd; vormbaar
knetbar buigbaar; flexibel; soepel kneedbaar; plastisch; vormbaar; vormgevend
nachgiebig buigbaar; flexibel; soepel gedwee; gewillig; inschikkelijk; kneedbaar; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend; vormbaar

Verwante woorden van "flexibel":

  • flexibeler, flexibelere, flexibelst, flexibelste, flexibele

Synoniemen voor "flexibel":


Antoniemen van "flexibel":


Verwante definities voor "flexibel":

  1. je kunt het buigen en van vorm veranderen1
    • rubber is flexibel materiaal1

Wiktionary: flexibel

flexibel
adjective
  1. het vermogen hebbend gebogen te worden
flexibel
adjective
  1. Technik: Eigenschaft von Körpern, sich leicht mechanisch verändern zu lassen
  2. Psychologie, Wirtschaftswesen: Fähigkeit, sich auf geänderte Anforderungen und Gegebenheiten einer Umwelt einstellen zu können

Cross Translation:
FromToVia
flexibel flexibel; dehnbar; weich flexible — capable or being adapted or molded
flexibel nachgiebig; elastisch; flexibel; fügsam flexible — easy and compliant
flexibel elastisch; federnd; spannkräftig; unverwüstlich resilient — able to weather tribulation without cracking