Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
-
mies:
- saai; vervelend; ellendig; afgezaagd; langdraadig; rot; langwijlig; lastig; melig; verdacht; obscuur; dubieus; duister; onguur; glibberig; donker; laag; niet hoog; laag-bij-de-grond; gemeen; onedel; laaghartig; bedriegelijk; vals; nagemaakt; onwaar; gefingeerd; onecht; slecht; min
- Wiktionary:
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- mie:
Duits
Uitgebreide vertaling voor mies (Duits) in het Nederlands
mies:
-
mies (öde; schwerlich; lästig; sauer; schwierig; unangenehm; langweilig; hinderlich; beschwerlich; schwer; problematisch; unbequem; mühsam)
saai; vervelend; ellendig; afgezaagd; langdraadig; rot; langwijlig; lastig; melig-
saai bijvoeglijk naamwoord
-
vervelend bijvoeglijk naamwoord
-
ellendig bijvoeglijk naamwoord
-
afgezaagd bijvoeglijk naamwoord
-
langdraadig bijvoeglijk naamwoord
-
rot bijvoeglijk naamwoord
-
langwijlig bijvoeglijk naamwoord
-
lastig bijvoeglijk naamwoord
-
melig bijvoeglijk naamwoord
-
-
mies (gruselig; verdächtig; hinterhältig; schmierig; häßlich; gemein; dubios; heimtückisch; hinterlistig; bösartig; glitschig; niederträchtig; schuftig; böse; unheimlich; fraglich; fragwürdig; obskur; gespenstisch; teuflisch)
-
mies (falsch; niedrig; tief; gering; niederträchtig; schofel; schwach; dürftig; schäbig; banal; fühllos; trivial; schuftig; schändlich)
-
mies (niederträchtig; gering; einfach; winzig; gemein; kleinlich; banal; gängig; gehässig; verrucht; landläufig; schuftig; falsch; dürftig; fühllos; alltäglich; heimtückisch; schamlos; hinterhältig; hinterlistig; schmählich)
laag; laag-bij-de-grond; gemeen; onedel; laaghartig-
laag bijvoeglijk naamwoord
-
laag-bij-de-grond bijvoeglijk naamwoord
-
gemeen bijvoeglijk naamwoord
-
onedel bijvoeglijk naamwoord
-
laaghartig bijvoeglijk naamwoord
-
-
mies (falsch; tückisch; hinterhältig; gemein; schäbig; heimtückisch; hinterlistig; schweinisch; fingiert; niederträchtig; schofel; schuftig)
bedriegelijk; vals; nagemaakt; onwaar; gefingeerd; onecht-
bedriegelijk bijvoeglijk naamwoord
-
vals bijvoeglijk naamwoord
-
nagemaakt bijvoeglijk naamwoord
-
onwaar bijvoeglijk naamwoord
-
gefingeerd bijvoeglijk naamwoord
-
onecht bijvoeglijk naamwoord
-
-
mies (niederträchtig; schlecht; schlimm; böse; übel; hinterhältig; heimtückisch; gemein; bösartig; boshaft; tückisch; hinterlistig)
Vertaal Matrix voor mies:
Synoniemen voor "mies":
Computer vertaling door derden:
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor mies (Nederlands) in het Duits
mies vorm van mie:
Vertaal Matrix voor mie:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Fadennudeln | mi; mie; mihoen | spaghetti |
Glasnudeln | mi; mie; mihoen |
Verwante woorden van "mie":
Computer vertaling door derden: