Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- Ausdehnung:
-
Wiktionary:
- Ausdehnung → uitbreiding, bestek, uitgebreidheid, grootte, omvang, ruimheid, uitgestrektheid, wijdte, baan, breedte, coupe, figuur, postuur, statuur, gestalte, lichaamsbouw, maat, mate, afmeting, dimensie
Duits
Uitgebreide vertaling voor Ausdehnung (Duits) in het Nederlands
Ausdehnung:
-
die Ausdehnung (Größe; Ausmaß; Format; Dimension; Abmessung; Bedeutung)
-
die Ausdehnung (Expansion; Wachstum; Zunahme; Zuwachs)
-
die Ausdehnung (Erweiterung; Vergrößerung; Erhöhung)
-
die Ausdehnung (Anschwellung)
-
die Ausdehnung (Streckung; Dehnung; Ausladung)
-
die Ausdehnung (Weite)
-
die Ausdehnung (Vergrößerung; Erweiterung; Erhöhung; Steigung; Aufmachung; Abschaffung; Zunahme; Ausweisung; Verweisung; Verbannung; Verjagung)
Vertaal Matrix voor Ausdehnung:
Synoniemen voor "Ausdehnung":
Wiktionary: Ausdehnung
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Ausdehnung | → uitbreiding | ↔ extension — act of extending or the state of being extended |
• Ausdehnung | → bestek; uitgebreidheid; grootte; omvang | ↔ ampleur — caractère de ce qui est ample. |
• Ausdehnung | → ruimheid; uitgebreidheid; uitgestrektheid; wijdte; baan; breedte | ↔ largeur — étendue d’une chose considérer d’un de ses côtés à l’autre, par opposition à longueur. |
• Ausdehnung | → coupe; figuur; postuur; statuur; gestalte; lichaamsbouw; grootte; maat; mate; afmeting; dimensie; bestek; uitgebreidheid; omvang | ↔ taille — coupe ; manière dont on couper certaines choses, dont elles tailler. |