Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Chemiker:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Chemiker (Duits) in het Nederlands

Chemiker:

Chemiker [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Chemiker
    de chemicus; de scheikundige

Chemiker [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Chemiker
    de scheikundigen; de chemici

Vertaal Matrix voor Chemiker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chemici Chemiker
chemicus Chemiker
scheikundige Chemiker
scheikundigen Chemiker

Synoniemen voor "Chemiker":

  • Laborant; Laborchemiker; Berufstätiger

Wiktionary: Chemiker

Chemiker
noun
  1. beroep|nld een wetenschapper die de chemie beoefent
  2. beroep|nld scheikunde|nld een wetenschapper die de scheikunde beoefent

Cross Translation:
FromToVia
Chemiker scheikundige; chemicus chemist — person working in chemistry