Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- Schenkel:
- Wiktionary:
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- schenkel:
Duits
Uitgebreide vertaling voor Schenkel (Duits) in het Nederlands
Schenkel:
-
der Schenkel (Schinken)
-
der Schenkel (Schinken)
-
der Schenkel
-
der Schenkel (Oberschenkel)
-
die Schenkel (Schinken)
-
die Schenkel
Vertaal Matrix voor Schenkel:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
achterbout van varken | Schenkel; Schinken | |
bovenbeen | Schenkel; Schinken | |
dij | Oberschenkel; Schenkel; Schinken | |
dijen | Schenkel; Schinken | |
dikke deel van bovenbeen | Oberschenkel; Schenkel | |
femur | Oberschenkel; Schenkel | |
ham | Schenkel; Schinken | |
schenkel | Schenkel | |
schenkels | Schenkel |
Synoniemen voor "Schenkel":
Computer vertaling door derden:
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor Schenkel (Nederlands) in het Duits
schenkel:
-
de schenkel
Vertaal Matrix voor schenkel:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Schenkel | schenkel | achterbout van varken; bovenbeen; dij; dijen; dikke deel van bovenbeen; femur; ham; schenkels |
Verwante woorden van "schenkel":
Computer vertaling door derden: