Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Öffentlich:
  2. öffentlich:
  3. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor öffentlich (Duits) in het Nederlands

Öffentlich:

Öffentlich bijvoeglijk naamwoord

  1. Öffentlich (Externe Kontakte)

Vertaal Matrix voor Öffentlich:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Openbaar Externe Kontakte; Öffentlich
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Externe contactpersonen Externe Kontakte; Öffentlich

öffentlich:

öffentlich bijvoeglijk naamwoord

  1. öffentlich
    openbaar; publiek
  2. öffentlich (rein; aufrichtig; fair; )
    rechttoe rechtaan; openlijk; cru; onomwonden; onverbloemd; onverholen
  3. öffentlich (schuftig; schlimm; tief; )
    ploertig

Vertaal Matrix voor öffentlich:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
publiek Publikum
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cru aufrichtig; fair; fein; freigegeben; geradeheraus; gerecht; geöffnet; herzlich; offen; offenherzig; pur; rein; treu; treugesinnt; treuherzig; unverblühmt; unverblümt; unverfälscht; unverhohlen; öffentlich
onomwonden aufrichtig; fair; fein; freigegeben; geradeheraus; gerecht; geöffnet; herzlich; offen; offenherzig; pur; rein; treu; treugesinnt; treuherzig; unverblühmt; unverblümt; unverfälscht; unverhohlen; öffentlich aufrichtig; freimütig; geradeheraus; offen; offenherzig; rundheraus; unumwunden; unverblümt; unverhohlen
onverbloemd aufrichtig; fair; fein; freigegeben; geradeheraus; gerecht; geöffnet; herzlich; offen; offenherzig; pur; rein; treu; treugesinnt; treuherzig; unverblühmt; unverblümt; unverfälscht; unverhohlen; öffentlich aufrichtig; freimütig; geradeheraus; offen; offenherzig; rundheraus; unverblümt; unverhohlen
onverholen aufrichtig; fair; fein; freigegeben; geradeheraus; gerecht; geöffnet; herzlich; offen; offenherzig; pur; rein; treu; treugesinnt; treuherzig; unverblühmt; unverblümt; unverfälscht; unverhohlen; öffentlich aufrichtig; aus vollem Halse; aus voller Kehle; freimütig; geradeheraus; offen; offenherzig; rundheraus; unumwunden; unverblümt; unverhohlen
openbaar öffentlich
openlijk aufrichtig; fair; fein; freigegeben; geradeheraus; gerecht; geöffnet; herzlich; offen; offenherzig; pur; rein; treu; treugesinnt; treuherzig; unverblühmt; unverblümt; unverfälscht; unverhohlen; öffentlich aufrecht; aufrichtig; direkt; ehrlich; ernsthaft; fair; geradeheraus; offen; rundheraus; schnurgerade; unverstellt; wahr
ploertig gemein; nicht adlig; niederträchtig; niedrig; obszön; platt; schamlos; schelmisch; scheußlich; schlecht; schlimm; schlüpfrig; schmutzig; schmählich; schofel; schuftig; schurkisch; schwach; schweinisch; schwächlich; schäbig; schändlich; seicht; tief; trivial; tückisch; unedel; verbrecherisch; verrucht; winzig; öffentlich
publiek öffentlich
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rechttoe rechtaan aufrichtig; fair; fein; freigegeben; geradeheraus; gerecht; geöffnet; herzlich; offen; offenherzig; pur; rein; treu; treugesinnt; treuherzig; unverblühmt; unverblümt; unverfälscht; unverhohlen; öffentlich

Synoniemen voor "öffentlich":


Wiktionary: öffentlich

öffentlich
adjective
  1. vrij toegankelijk
  2. zonder te verbergen, in het openbaar
  3. wat het publiek aangaat

Cross Translation:
FromToVia
öffentlich gesloten closed — non public
öffentlich open open — public
öffentlich publiek; openbaar public — pertaining to people as a whole

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van öffentlich