Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Heckenschere:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Heckenschere (Duits) in het Nederlands

Heckenschere:

Heckenschere [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Heckenschere (Baumschere; Astschere)
    de snoeischaar; de snoeitang
  2. die Heckenschere
    de heggenschaar

Vertaal Matrix voor Heckenschere:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
heggenschaar Heckenschere
snoeischaar Astschere; Baumschere; Heckenschere
snoeitang Astschere; Baumschere; Heckenschere

Synoniemen voor "Heckenschere":

  • Heckenschneider; Gerätschaft; Instrument; Werkzeug

Wiktionary: Heckenschere

Heckenschere
noun
  1. Gartengerät mit langen Griffen zum Schneiden einer Hecke
Heckenschere
noun
  1. een stuk tuingereedschap dat gebruikt wordt om heggen te snoeien