Duits

Uitgebreide vertaling voor augenblicklich (Duits) in het Nederlands

augenblicklich:

augenblicklich bijvoeglijk naamwoord

  1. augenblicklich (sofort; direkt)
    onmiddellijk; meteen; direct; gelijk; terstond; dadelijk
  2. augenblicklich (in diesem Moment; jetzt; im Moment; )
    momenteel; nu; tegenwoordig; op dit moment; nou
  3. augenblicklich (unmittelbar; sofortig; direkt; auf der Stelle)
    direct; dadelijk; zo meteen
  4. augenblicklich
    op dit ogenblik; momenteel
  5. augenblicklich (auf der Stelle)
    ogenblikkelijk
  6. augenblicklich (gegenwärtig; aktuell; im Moment; )
    tegenwoordig; hedendaags; van nu; huidig; van vandaag
  7. augenblicklich (zeitweilig; imAugenblick; momentan; imMoment)
    vooralsnog; voorlopig; vooreerst; voorshands
  8. augenblicklich (prompt; direkt)
    prompt
    • prompt bijvoeglijk naamwoord
  9. augenblicklich (unverzüglich; sofortig; unmittelbar; )
    onverwijld

Vertaal Matrix voor augenblicklich:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gelijk Gerechtigkeit; Recht
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dadelijk auf der Stelle; augenblicklich; direkt; sofort; sofortig; unmittelbar
direct auf der Stelle; augenblicklich; direkt; sofort; sofortig; unmittelbar auf der Stelle; deutlich; direkt; flink; geradlinig; geschwind; gleich; hastig; kerzengerade; klar; noch einen Moment; offensichtlich; rasch; schleunig; schnell; schnurgerade; sofort; sofortig; sogleich; sonnenklar; ungeschminkt; unmittelbar; unverblümt
gelijk augenblicklich; direkt; sofort dasselbe; derartig; derselbe; dieselbe; eben; egal; einander entsprechend; einander gleich; einerlei; einförmig; einheitlich; flach; gleich; gleichartig; gleichförmig; gleichwertig; identisch; platt; unverändert; ähnlich
hedendaags aktuell; augenblicklich; derzeitig; gegenwärtig; im Augenblick; im Moment; jetzt; momentan aktuell; derzeitig; fortgeschritten; frisch; gegenwärtig; gleichzeitig; heutig; kontemporän; modern; neu; neuzeitlich; unbenutzt; zeitgemäß; zeitgenössisch; zugegen
huidig aktuell; augenblicklich; derzeitig; gegenwärtig; im Augenblick; im Moment; jetzt; momentan aktuell; heutig
momenteel auf der Stelle; augenblicklich; im Augenblick; im Moment; in diesem Moment; jetzt; momentan; zur Zeit aktuell; heutig; in diesem Moment; jetzt; nun
ogenblikkelijk auf der Stelle; augenblicklich
onmiddellijk augenblicklich; direkt; sofort
onverwijld auf der Stelle; augenblicklich; direkt; prompt; sofortig; unmittelbar; unverzüglich
prompt augenblicklich; direkt; prompt
tegenwoordig aktuell; auf der Stelle; augenblicklich; derzeitig; gegenwärtig; im Augenblick; im Moment; in diesem Moment; jetzt; momentan; zur Zeit aktuell; anwesend; derzeitig; gegenwärtig; heutig; zugegen
voorlopig augenblicklich; imAugenblick; imMoment; momentan; zeitweilig aushilfsweise; informell; inoffiziell; provisorisch; temporär; unverbindlich; vorübergehend; zeitlich; zeitweilig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
meteen augenblicklich; direkt; sofort
nou auf der Stelle; augenblicklich; im Augenblick; im Moment; in diesem Moment; jetzt; momentan; zur Zeit
nu auf der Stelle; augenblicklich; im Augenblick; im Moment; in diesem Moment; jetzt; momentan; zur Zeit in diesem Moment; jetzt; nun
terstond augenblicklich; direkt; sofort sofort; sogleich
vooralsnog augenblicklich; imAugenblick; imMoment; momentan; zeitweilig
vooreerst augenblicklich; imAugenblick; imMoment; momentan; zeitweilig an erster Stelle; erstens; zum ersten
voorshands augenblicklich; imAugenblick; imMoment; momentan; zeitweilig
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
prompt Ansage; Telefonansage
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
op dit moment auf der Stelle; augenblicklich; im Augenblick; im Moment; in diesem Moment; jetzt; momentan; zur Zeit
op dit ogenblik augenblicklich
van nu aktuell; augenblicklich; derzeitig; gegenwärtig; im Augenblick; im Moment; jetzt; momentan
van vandaag aktuell; augenblicklich; derzeitig; gegenwärtig; im Augenblick; im Moment; jetzt; momentan aktuell; heutig
zo meteen auf der Stelle; augenblicklich; direkt; sofortig; unmittelbar gleich; noch einen Moment; sofort; sogleich

Synoniemen voor "augenblicklich":


Wiktionary: augenblicklich

augenblicklich
adjective
  1. adverbiell: jetzt, in diesem Moment
  2. adverbiell: sofort, im nächsten Moment
  3. attributiv: gegenwärtig, in diesem Moment stattfindend oder bestehend

Cross Translation:
FromToVia
augenblicklich ogenblikkelijk; onmiddelijk instant — immediate
augenblicklich ogenblikkelijk instantaneously — Without any delay
augenblicklich dadelijk aussitôt — Dans le moment même

Computer vertaling door derden: