Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
-
austricksen:
-
Wiktionary:
austricksen → bedriegen -
Synoniemen voor "austricksen":
reinlegen; überlisten; blenden; bluffen; trügen; täuschen
-
Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor austricksen (Duits) in het Nederlands
austricksen:
Synoniemen voor "austricksen":
Wiktionary: austricksen
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • austricksen | → bedriegen | ↔ con — to trick or defraud, usually for personal gain |