Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- festlich:
-
Wiktionary:
- festlich → feestelijke, feestelijk, plechtig, statig, plechtstatig
Duits
Uitgebreide vertaling voor festlich (Duits) in het Nederlands
festlich:
-
festlich (feierlich)
feestelijk-
feestelijk bijvoeglijk naamwoord
-
-
festlich (feierlich; stattlich; königlich; herrschaftlich; gehoben; vornehm; förmlich; würdevoll; hocherhaben; herrlich; erhaben; würdig; elegant; ansehnlich)
statig; plechtig; plechtstatig; zeer plechtig-
statig bijvoeglijk naamwoord
-
plechtig bijvoeglijk naamwoord
-
plechtstatig bijvoeglijk naamwoord
-
zeer plechtig bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor festlich:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
feestelijk | feierlich; festlich | |
plechtig | ansehnlich; elegant; erhaben; feierlich; festlich; förmlich; gehoben; herrlich; herrschaftlich; hocherhaben; königlich; stattlich; vornehm; würdevoll; würdig | ansehnlich |
plechtstatig | ansehnlich; elegant; erhaben; feierlich; festlich; förmlich; gehoben; herrlich; herrschaftlich; hocherhaben; königlich; stattlich; vornehm; würdevoll; würdig | ansehnlich |
statig | ansehnlich; elegant; erhaben; feierlich; festlich; förmlich; gehoben; herrlich; herrschaftlich; hocherhaben; königlich; stattlich; vornehm; würdevoll; würdig | ansehnlich; erhaben; hocherhaben; stattlich; würdevoll; würdig |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
zeer plechtig | ansehnlich; elegant; erhaben; feierlich; festlich; förmlich; gehoben; herrlich; herrschaftlich; hocherhaben; königlich; stattlich; vornehm; würdevoll; würdig |
Synoniemen voor "festlich":
Wiktionary: festlich
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• festlich | → feestelijke; feestelijk | ↔ festive — having the atmosphere, decoration, or attitude of a festival, holiday, or celebration |
• festlich | → plechtig; statig; plechtstatig | ↔ solennel — Qui est célébré avec pompe, par des cérémonies publiques. |