Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Glas:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. glas:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Glas (Duits) in het Nederlands

Glas:

Glas [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Glas (Fensterglas; Fenster; Fensterscheibe; Glasscheibe; Scheibe)
    het raam; het glas; het vensterglas; de ruit
    • raam [het ~] zelfstandig naamwoord
    • glas [het ~] zelfstandig naamwoord
    • vensterglas [het ~] zelfstandig naamwoord
    • ruit [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. Glas
    het glas
    • glas [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. Glas (Fensterglas)
    het glas; glazen venster

Vertaal Matrix voor Glas:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
glas Fenster; Fensterglas; Fensterscheibe; Glas; Glasscheibe; Scheibe Trinkglas
raam Fenster; Fensterglas; Fensterscheibe; Glas; Glasscheibe; Scheibe Beschlag; Borte; Fensterscheibe; Leiste; Rahmen; Rand
ruit Fenster; Fensterglas; Fensterscheibe; Glas; Glasscheibe; Scheibe Fensterscheibe
vensterglas Fenster; Fensterglas; Fensterscheibe; Glas; Glasscheibe; Scheibe
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
glazen venster Fensterglas; Glas

Synoniemen voor "Glas":


Wiktionary: Glas

Glas
noun
  1. Gefäß für Getränke
  2. kein Plural: durchsichtige chemische Verbindung

Cross Translation:
FromToVia
Glas glas glass — substance
Glas glas glass — drinking vessel
Glas glas glass — amorphous non-crystalline substance
Glas glas verre — Récipient pour boisson (4)
Glas glas; ruit vitreplaque de verre située sur une ouverture telle qu’une porte ou une fenêtre.

Glas...:


Synoniemen voor "Glas...":


Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van Glas



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Glas (Nederlands) in het Duits

glas:

glas [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het glas (drinkglas; glazen pul)
    Trinkglas
  2. het glas (vensterglas; raam; ruit)
    Fenster; Glas; die Fensterscheibe; die Glasscheibe; Fensterglas; die Scheibe
  3. het glas
    Glas
    • Glas [das ~] zelfstandig naamwoord
  4. het glas (glazen venster)
    Glas; Fensterglas
    • Glas [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Fensterglas [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor glas:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Fenster glas; raam; ruit; vensterglas venster
Fensterglas glas; glazen venster; raam; ruit; vensterglas
Fensterscheibe glas; raam; ruit; vensterglas raam; ruit; venster; vensterruit
Glas glas; glazen venster; raam; ruit; vensterglas
Glasscheibe glas; raam; ruit; vensterglas glasschijf
Scheibe glas; raam; ruit; vensterglas inkeping; insnijding; jaap; plakje; schijfje; snede; snee
Trinkglas drinkglas; glas; glazen pul

Verwante definities voor "glas":

  1. harde, breekbare, doorzichtige stof1
    • de meeste ramen zijn van glas1
  2. voorwerp van harde, breekbare, doorzichtige stof1
    • wil je een glas wijn?1

Wiktionary: glas

glas
noun
  1. Gefäß für Getränke
  2. kein Plural: durchsichtige chemische Verbindung

Cross Translation:
FromToVia
glas Glas glass — substance
glas Glas glass — drinking vessel
glas Glas glass — amorphous non-crystalline substance
glas Glas verre — Récipient pour boisson (4)
glas Scheibe; Glas vitreplaque de verre située sur une ouverture telle qu’une porte ou une fenêtre.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van Glas