Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Pomp:
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. pomp:
  2. pompen:
  3. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Pomp (Duits) in het Nederlands

Pomp:


Synoniemen voor "Pomp":


Wiktionary: Pomp


Cross Translation:
FromToVia
Pomp praal pomp — show of magnificence
Pomp pomp; luister; praal; pracht; vertoon; corso; parade; pralerij; pracht en praal pompecortège solennel, déploiement de fastes, appareil magnifique, somptueux.
Pomp luister; praal; pracht; vertoon; mirakel; wonder splendeur — Maginificence



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Pomp (Nederlands) in het Duits

Pomp vorm van pomp:

pomp [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de pomp
    die Pumpe; Schöpfwerk
  2. de pomp
    die Pumpe
    • Pumpe [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pomp:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Pumpe pomp
Schöpfwerk pomp

Verwante woorden van "pomp":


Wiktionary: pomp

pomp
noun
  1. motortechniek|nld werktuig dat door middel van drukverschil vloeistoffen of gassen verplaatst
pomp
noun
  1. ein Gerät oder eine Maschine, die Flüssigkeiten oder Gase von einem Raum in einen anderen befördert, meist gegen ein Höhen- oder Druckgefälle.

Cross Translation:
FromToVia
pomp Tankstelle gas station — a place which sells gasoline to pump directly into a car
pomp Pumpe pump — device for moving liquid or gas
pomp Gepränge; Pomp; Gala; Parade; Staat pompecortège solennel, déploiement de fastes, appareil magnifique, somptueux.

pompen:

pompen werkwoord (pomp, pompt, pompte, pompten, gepompt)

  1. pompen
    pumpen
    • pumpen werkwoord (pumpe, pumpst, pumpt, pumpte, pumptet, gepumpt)

Conjugations for pompen:

o.t.t.
  1. pomp
  2. pompt
  3. pompt
  4. pompen
  5. pompen
  6. pompen
o.v.t.
  1. pompte
  2. pompte
  3. pompte
  4. pompten
  5. pompten
  6. pompten
v.t.t.
  1. heb gepompt
  2. hebt gepompt
  3. heeft gepompt
  4. hebben gepompt
  5. hebben gepompt
  6. hebben gepompt
v.v.t.
  1. had gepompt
  2. had gepompt
  3. had gepompt
  4. hadden gepompt
  5. hadden gepompt
  6. hadden gepompt
o.t.t.t.
  1. zal pompen
  2. zult pompen
  3. zal pompen
  4. zullen pompen
  5. zullen pompen
  6. zullen pompen
o.v.t.t.
  1. zou pompen
  2. zou pompen
  3. zou pompen
  4. zouden pompen
  5. zouden pompen
  6. zouden pompen
diversen
  1. pomp!
  2. pompt!
  3. gepompt
  4. pompend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

pompen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de pompen
    die Pumpen
    • Pumpen [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pompen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Pumpen pompen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pumpen pompen

Verwante woorden van "pompen":


Wiktionary: pompen

pompen
verb
  1. vloeistof of gas met een pomp verplaatsen

Cross Translation:
FromToVia
pompen pumpen pump — use a pump to move liquid or gas
pompen pumpen pomperélever, attirer, puiser un liquide ou un gaz avec une pompe.