Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Park:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. park:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Park (Duits) in het Nederlands

Park:

Park [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Park (Parkanlage)
    het park; de hof
    • park [het ~] zelfstandig naamwoord
    • hof [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Park:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hof Park; Parkanlage Bauernhof; Gericht; Gerichtshof; Gut; Hinterhof; Hof; Höfe; Innenhof
park Park; Parkanlage

Synoniemen voor "Park":


Wiktionary: Park

Park
noun
  1. hauptsächlich mit Pflanzen gestaltetes weiträumiges Gelände

Cross Translation:
FromToVia
Park park park — ground for recreation



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Park (Nederlands) in het Duits

park:

park [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het park (hof)
    der Park; die Parkanlage
    • Park [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Parkanlage [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor park:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Park hof; park
Parkanlage hof; park
- natuurpark; stadspark

Verwante woorden van "park":

  • parken

Wiktionary: park

park
noun
  1. hauptsächlich mit Pflanzen gestaltetes weiträumiges Gelände

Cross Translation:
FromToVia
park Garten garden — gardens with public access
park Park park — ground for recreation

Verwante vertalingen van Park