Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: häuten

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: häuten

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

häuten:
- Wiktionary:
  häuten → villen
  häuten → vervellen, muiten, ruien, verharen, villen, onthuiden, afstropen
- Synoniemen voor "häuten":
  enthäuten; pellen; schinden; schälen

Duits

Uitgebreide vertaling voor häuten (Duits) in het Nederlands

Spelling Suggesties voor: häuten

härten; hauteng; häuften; häufe; hängten; häufen; häuftet; hängen; häutig; hörten

häuten:

Synoniemen voor "häuten":

enthäuten; pellen; schinden; schälen

Wiktionary: häuten

häuten

verb

van het vel ontdoen
- villen → häuten; abhäuten

Cross Translation:

From	To	Via
• häuten	→ vervellen; muiten; ruien; verharen	↔ moult — To shed or lose a covering of fur, feathers or skin etc.
• häuten	→ villen; onthuiden; afstropen	↔ skin — to remove the skin of

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van häuten

sich häuten

Nederlands

Suggesties voor häuten in het Nederlands

Spelling Suggesties voor: häuten

helften; houten; heften; herten; heten; heupen; heetten; hauwen; harkten; hapten

Computer vertaling door derden: