Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Ableitung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Ableitung (Duits) in het Nederlands

Ableitung:

Ableitung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Ableitung (Zerstreuung; Entspannung; Zurückführung; Ablenkung)
    de afgeleide
  2. die Ableitung (Ableitungsmanövre; Ablenkung; Entspannung; Zerstreuung)
    de afleiding; de afleidingsmanoeuvre
  3. die Ableitung (Wasserabfluß; Entwässerung; Abfluß; Abführung; Abwasserungsanlage)
    spuiïng

Vertaal Matrix voor Ableitung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afgeleide Ableitung; Ablenkung; Entspannung; Zerstreuung; Zurückführung
afleiding Ableitung; Ableitungsmanövre; Ablenkung; Entspannung; Zerstreuung Entspannung; Zerstreutheit
afleidingsmanoeuvre Ableitung; Ableitungsmanövre; Ablenkung; Entspannung; Zerstreuung
spuiïng Abfluß; Abführung; Ableitung; Abwasserungsanlage; Entwässerung; Wasserabfluß

Synoniemen voor "Ableitung":

  • Dissipation; Herleitung
  • Derivation
  • Deduktion
  • Suffigierung

Wiktionary: Ableitung

Ableitung
noun
  1. een woord dat middels toevoeging van een voor-, in- of achtervoegsel gevormd wordt uit een ander

Cross Translation:
FromToVia
Ableitung afleiding derivative — word that derives from another
Ableitung derivaat; afgeleide derivative — something derived