Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: Abschied

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: Abschied

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Abschied:
- afscheid; congé
Wiktionary:
- Abschied → afscheid
- Abschied → afscheid, adieu

Duits

Uitgebreide vertaling voor Abschied (Duits) in het Nederlands

Abschied:

Abschied [der ~] zelfstandig naamwoord

der Abschied
het afscheid
- afscheid [het ~] zelfstandig naamwoord
der Abschied (Diensentlassung)
de congé
- congé [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Abschied:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afscheid	Abschied
congé	Abschied; Diensentlassung

Synoniemen voor "Abschied":

Auseinandergehen; Entlassung; Lebewohl; Trennung; Weggang
Abschiednehmen; Abschiedsakt; Verabschiedung
Ableben; Exitus; Lebensende; Sterben; Tod; Lebensabschnitt

Wiktionary: Abschied

Abschied

noun

een begroeting bij het elkaar verlaten
- afscheid → Abschied

Cross Translation:

From	To	Via
• Abschied	→ afscheid	↔ farewell — an act of departure
• Abschied	→ adieu; afscheid	↔ parting — farewell