Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Addition:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Addition (Duits) in het Nederlands

Addition:

Addition [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Addition (Zuzählung)
    de bijtelling
  2. die Addition (Summe; Zusammenzählung; Aufzählung; )
    de optelling; de som; samentelling
  3. die Addition (Aneinanderreihung)
    de optelsom; de samenvoeging

Vertaal Matrix voor Addition:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bijtelling Addition; Zuzählung
optelling Addieren; Addierung; Addition; Aufzählung; Summe; Zusammenzählung; Zählung
optelsom Addition; Aneinanderreihung
samentelling Addieren; Addierung; Addition; Aufzählung; Summe; Zusammenzählung; Zählung
samenvoeging Addition; Aneinanderreihung Aneinanderreihung; Kapitalbildung; Kapitalbildung/Zusammenfassung; Kopplung; Verbindung; Zusammenfügung; Zusammenlegung; Zusammenschluß; Zusammenschweißung; Zusammensetzung; Zusammenstellung
som Addieren; Addierung; Addition; Aufzählung; Summe; Zusammenzählung; Zählung

Wiktionary: Addition

Addition
noun
  1. Mathematik: Zusammenzählung zweier Zahlen
Addition
noun
  1. het samenvoegen van een of meer termen tot een totaal, de som

Cross Translation:
FromToVia
Addition optellen; sommeren addition — arithmetic: process of adding
Addition optelling addition — Action d'ajouter.